The story of T&T - Reisverslag uit Tilburg, Nederland van 10us Kokx - WaarBenJij.nu The story of T&T - Reisverslag uit Tilburg, Nederland van 10us Kokx - WaarBenJij.nu

The story of T&T

Door: ta10us

Blijf op de hoogte en volg 10us

04 Mei 2012 | Nederland, Tilburg

Woensdag 18 april
We rijden upstream van de Murray rivier en we kunnen voor een groot gedeelte van de weg de rivier zien liggen. De lookouts onderweg laten ons o.a. weer mooie cliffs zien, die bij daglicht overigens meer (oker)geel kleuren. Vandaag staan we ook zelf even op de cliffs die we gisterenavond van de andere kant van de rivieroever hebben aanschouwd. We zien letterlijk het vlondertje waar we gisteren met de meneer uit Adelaide hebben staan kletsen. Bij Purnong gaan we met een pontje de rivier over, wat altijd geinig is om te doen. Op de vraag ‘how much is it?’ krijgen we te horen dat het gratis is, so nobody’s paying the ferryman in these areas, ook al varen ze 24 uur per dag.
Als we in een volgend plaatsje een lunchbreak maken en een cappuccino bestellen in een ‘general store’ annex koffieshop, raak ik aan de praat met een heer die – blijkbaar samen met zijn vrouw – het hele land afreist om op conferenties praatjes te houden over wildlife conservation in Australië. De cappuccino laat erg lang op zich wachten, dus hebben we tijd zat om het een en ander uit te wisselen. Volgens hem zijn er genoeg regels en is er volop wetgeving, maar wordt er te weinig gedaan om het te handhaven. Zo gauw je op het platteland bent en de oogst wordt bv. bedreigd door wombats, dan worden die beesten gewoon afgemaakt. Er is weinig tot geen controle op dit soort praktijken, dus wetgeving (alleen) is dan niet erg effectief. Hij vertelde pas een praatje gehouden te hebben in HÉT wombatgebied van Australië, terwijl hij er zelf geen een gezien had; dead ór alive. Hij was des te meer verwonderd dat we in Otway NP zoveel kaola’s in het wild gezien hadden. Toen hij zijn koffie kreeg en wij daarna eindelijk onze cappuccino, bleek deze laatste zo’n beetje uit 100% melk te bestaan, terwijl we nog gepoogd hadden de dame in kwestie wijs te maken dat we minder melk dan gebruikelijk in onze cappuccino wilden. Onze ervaringen tot dusver met cappuccino waren dat er weinig tot geen koffie te proeven viel in dit goedje, op een paar uitzonderingen na dan. Vandaag 19 april (want ik schrijf dit over gisteren) kwamen we erachter dat we, als we meer koffie willen in onze cappuccino, we gewoon een long machiato moeten bestellen. Dat deden we vandaag dan ook en ….mmmmmmm, een lekker bakkie!
Terug naar woensdag de 18e; warm weer dus vandaag – heter dan gebruikelijk voor de tijd van het jaar -, wat heiig ook. Een stuk over een gravelroad gereden vanaf Blanchetown richting de Barossa Vallei, onze eindbestemming voor vandaag. We zien deze gravelroad maar als een rustig voorproefje van hetgeen ons in Flinders Ranges te wachten staat over een aantal dagen (althans, dat verwachten we). De Murray rivier zien we vanaf hier niet, ook al rijden we er pal langs, want hij ligt een stuk lager en zo’n 100 meter van de weg af. We rijden dus feitelijk boven de rivier langs. Ik ben ‘m vergeten te fotograferen, maar in the middle of nowhere staat op deze gravelroad ineens een bord, waarop gewaarschuwd wordt voor overstekende kinderen; vast iemand met een berg humor geweest.
We rijden via Angaston naar Nuriootpa in de wereldbekende Barossa vallei, een van de bekendste wijngebieden in Australië. Een erg mooie regio, waar duidelijk zichtbaar is dat de streek letterlijk en figuurlijk goed boert vanwege de wijnproductie. Veel Duitse immigranten die hier de wijn ’industrie’ opgezet hebben. Dat komt zowel in de namen (bv. Peter Lehmann winery) als in de winkels naar voren. Duitse worst en kaas zijn hier volop te verkrijgen. Alles ziet er ook erg ‘sauber’ uit, maar eerlijk gezegd is dat wel op de meeste plaatsen in Australië (tot op heden). We strijken neer op een camping in Nuriootpa, alwaar een vriendelijke dame ons meteen overlaadt met allerlei nuttige info over de Barossa Valley. We denken erover om fietsen te huren en zo de omgeving wat te verkennen.
Donderdag 19 april
Inderdaad, we huren fietsen. Prima spul, echt goed. Deutsche Gründlichkeit. Omdat we niet zeker weten hoe heuvelachtig het is op onze uitgestippelde route laten we nog effe in het midden of we de fietsen 4 uur of de hele dag zullen huren. No problem. We krijgen helmen, prima fietsen dus, een groot slot en een ‘have a nice day’ en we vertrekken op deze schitterend zonnige dag, met weer prachtige wolkenluchten. We nemen veel foto’s van het gebied vol herfstige wijnstaken met schitterende geelrode kleuren. In Angaston, waar we gisteren ook doorheen gereden zijn op weg naar onze camping, pauzeren we even en nemen we een long machiato (zie hiervoor). Het fietsen gaat ook Théke goed af, zelfs op de Mengler Hill road, die pretty steep is en ons naar de top van een 498 m hoge heuvel brengt (zie foto’s). I can assure you guys, in deze hitte een niet geringe prestatie, wat ook de dame van de camping bij terugkomst bevestigt. Blijkbaar wordt deze col ook bedwongen bij de jaarlijkse wielerwedstrijden, zo begrijpen we van haar. Nadat we de col genomen hadden, was het een easy drop down; een zo mogelijk nog steilere helling neerwaarts bracht ons erg snel en easy richting de Peter Lehmann wijnproeverij. Iets dat we sowieso op onze verlanglijst hadden staan: just for the fun of it.
Het gebouw van Peter Lehmann is vergeleken met andere wijnhuizen hier niet erg bijzonder, maar het landgoed eromheen met de mooie en rustige tuin met picknickbanken maakt het een zeer aangenaam vertoeven daar. In principe mag je net zo veel wijnen proeven als je wilt; gratis. De dame achter de bar heeft een lange lijst met wijnen - van het eigen wijnhuis uiteraard -, die oplopen in smaaksterkte (‘body’) en daarmee ook meestal in prijs. We proberen de enige rosé (erg lekker) en twee rode wijnen. Daarna houden we het proeven voor gezien. Omdat het al na 16 u is en we best wel trek hebben na alle inspanning van vanmiddag nemen we een ‘platter’ met Duitse worsten en kazen, olijven, amandelen en nog wat andere lekkere dingen, welke we laten vergezellen van het laatste wijntje dat we geproefd hebben: Future Shiraz. Een straf wijntje, dat goed samen gaat met de kruidige worst en kaas. Het nuttigen van deze lekkernijen in deze rustieke tuin geeft ons een ultiem Hof van Eden gevoel (zie foto, onscherp door mislukte fotograaf). Rose witte kaketoes die op het gazon lijken te ‘grazen’, versterken het paradijselijke idee. Eenmaal terug op de camping is er geen behoefte meer aan een uitgebreid avondeten en beperken we ons tot een Crown biertje en mixed nuts. Ook wat minder poëtische taferelen als de was doen, staan dan in schril contrast met the afternoon experiences. But… that’s life too on the road in Australia.
Vrijdag 20 april
Heute zur Flinders Ranges NP, jawohl, maar eerst toch nog even naar de Whispering Wall(Damwand die zo gebouwd is dat je elkaar vanaf weerskanten van de wand fluisterend kunt horen). Van Nuriootpa naar het noorden over Peterborough richting Hawker en Wilpena pound; een redelijk lange rit, met lange weilandklievende wegen, waarbij we gehuchtjes passeren – soms met een populatie van slechts 150. Een agrarisch landschap met veel schapen en koeien. Het is weer ‘schitterende luchten weer’ en voor zover ik me (Tinus) kan herinneren zie ik voor het eerst in mijn leven ‘live in front of me’ een kleine wervelwind die het geelbruine zand in een stijgende kolom even met zich mee omhoog neemt, om daarna weer in het niets te verdwijnen. Een schitterende natuurverschijnsel.
In Peterborough, zo’n beetje het beginpunt van de Flinders Ranges in het zuiden, houden we een lunchbreak. We bezoeken eerst de supermarkt Foodland voor nog een paar kleine boodschappen én we zijn nog steeds op zoek naar een nieuwe handdoek voor Apollo (bijgeleverd bij de camper), die ik in het begin van de reis ergens ben kwijtgeraakt. We vinden de prijs van de handdoeken belachelijk hoog en dus gaan we wederom zonder handdoek de winkel uit. O ja, Foodland doet misschien vermoeden dat er alleen foodproducten verkocht worden, maar… dat is dus niet zo. Gewoon net als bij ons wordt er van alles en nog wat in de supermarkten aangeboden. Overigens hebben ze in deze winkels wel veel verse producten en doet de winkel in die zin zijn naam wel eer aan. We lopen een paar straten door in dit volgens eigen zeggen vriendelijke plaatsje (dat staat tenminste op een bord als je Peterborough binnenrijdt), maken uiteraard een paar foto’s en belanden daarna op het stoepterrasje van een bakery, alwaar we onze koffie nuttigen met 2 gigantische koffiebroodjes. Ik riep Théke toen ze de koffie ging bestellen nog na ‘voor mij niet te groot’, maar het mocht niet baten. Een appel- en abrikozenbroodje van minimaal 12 cm doorsnee en een dikte van 10 cm liet ze het warme vocht vergezellen. Oké, lekker was het wel. Afvallen doen we hier niet, schat ik zo in.
Eenmaal aan de koffie met broodje pakte een man een andere stoel, plantte die bij ons neer en begon in een onvervalst Peterborough’s accent een verhaal tegen ons af te steken, waarvan we beiden weinig tot niks meekregen. Het enige wat wel duidelijk werd, was dat ie blijkbaar veel aan te merken had op alles wat nieuw en anders was, getuige zijn afkeurende praat en blikken naar een aantal bewoners die voorbij liepen. Hij woonde zijn hele leven al in Peterborough, vertelde hij, en volgens ons had ie weinig tijd daarbuiten gespendeerd. De weinige respons die hij van ons kreeg (want verstaan deden we hem dus nauwelijks) was volgens mij de aanleiding voor zijn vertrek. We keken elkaar eens aan en dachten er het onze van.
De weg naar Wilpena Pound Resort, waar we de eerste nachten zullen bivakkeren in de Flinders Ranges, laat zoals gezegd weer mooie landschappen zien. We passeren o.a. een zoutmeer, althans dat lijkt zo op afstand (oordeel zelf, zie foto). Bij het binnenrijden van de Flinders Ranges komen we net voor Wipena Pound Resort langs een selfregistration station, waar je in een envelop geld moet deponeren voor de toegang tot het National Park (NP). Als je wild wilt kamperen betaal je ook daar een extra bedrag voor, maar aangezien wij op de camping gaan staan zit het kampeergeld uiteraard bij de campingprijs. Het is er onverwacht druk op de camping, althans wij hadden hier op dit moment niet zoveel mensen verwacht. Er is een luxe tourist info annex winkel aanwezig, er zijn luxe cabins te huur, een restaurant en je kunt er tanken. De prijs van diesel is in deze contreien ineens met 28 dollarcent per liter gestegen!!! En verderop naar het noorden, zo komen we later te weten, wordt het alleen maar duurder. Ik zit dit verhaaltje nu in Marree (in the middle of nowhere) te typen en in Leigh Creek, waar we vanmiddag doorheen reden, was de dieselprijs al naar $1,80 per liter gestegen. Een dergelijke prijsstijging in hetzelfde land hebben wij nog nooit meegemaakt. Maar goed, we moeten van A naar B, dus… no worries dan maar.
Zaterdag 21 april
Vanuit de camping Wilpina Pound hebben we een wandeling gemaakt; de Warranga hike via 'Hills Homestead'. We vonden hem beiden niet erg bijzonder en het weer was vandaag minder. Erg bewolkt, wat eigenlijk voor de wandeling qua hitte wel goed uitkwam. Voor Théke was het vandaag ook tamelijk vermoeiend en dus hielden we het voor gezien. Morgen zouden we verder trekken naar het noorden, maar het plan was om onderweg dan wel wat meer dingen te doen/bekijken. Daarom langs de tourist info van de camping gegaan en gevraagd welke zaken wel de moeite waard zouden zijn te bekijken. We krijgen een paar goeie tips en plannen daarop onze tocht voor de volgende dag.
Zondag 22 april
Om tien over negen rijden we van de camping af. Er zijn gisteravond 3 druppels regen gevallen, terwijl volgens de man van het tourist info center er meer regen voorspeld was. Vandaag is er weer wel een prachtige blauwe lucht, maar wat meer wind wat wel prettig is als verkoeling. We starten de dag met een wandeling naar een historische plek waar rotsschilderingen van Aboriginals te bezichtigen zijn. De omgeving waar we doorheen lopen is totaal verschillend van hetgeen we gisteren tijdens onze wandeling gezien hebben. De rode grond, rotsen en bergen met de groene begroeiing geeft een schitterend decor. De eerste rotsschilderingen die we tegenkomen blijken van een recentere datum dan de bedoelde Aboriginal paintings en laten teksten als ‘I love you’ naast tekeningen van fallussen zien. Een koppel dat vlak achter ons aan komt, kijkt ook ietwat verbaasd en beaamt dat deze schilderingen vast een andere culturele achtergrond kennen. Bij de tweede rots komen we dan uiteindelijk wel de beloofde wandtekeningen achter beschermend gaas tegen. Mooi om te zien met de wetenschap dat het van lang geleden is en een cultureel aspect met zich meedraagt, maar het zijn geen Rembrandts of Picasso’s. Maar zoals in veel gevallen is ook hier getting there half the fun, al vind ik het in dit geval zelfs 80% van the fun. Voor deze trip zijn we 25 km terug zuidwaarts gereden en de bedoeling is dat we naar het noorden gaan, dus ... terug over dezelfde weg en op naar de volgende lookout. Dat betreft een heuveluitzicht over de omgeving. Tja, het wordt wat saai zou je zeggen, maar ook dit is echt weer een juweeltje. Over een korte 4WD track, die nogal steil verloopt, bereiken we de top van de heuvel, alwaar we van het uitzicht kunnen genieten. Op een gedenksteen is gisteren een plaquette bijgeplaatst, althans zo doet de datum op het plaatje vermoeden, aangezien er 21-04-2012 op staat. Het lijkt erop dat er overleden familieleden bij elkaar herrenigd zijn op deze plek, maar er is geen sprake van opgeworpen zand of losse grond, dus misschien dat de begraafplaatsen net iets uit de buurt zijn van de gedenkplaat.
De route wordt vervolgd en op een plek waar ruïnes van een oude nederzetting van een bepaalde familie bij elkaar staan, parkeren we als eerste op de daarvoor bestemde plek onze camper. Letterlijk als eerste. En hoe weten we dat? Omdat vrijwilligers die deze site in ere herstellen en de ruïnes onderhouden vandaag daar bezig zijn en ons dat vertellen. De plek, zoals zoveel plaatsen op de wereld, krijgt z'n bijzondere betekenis door het verhaal wat erbij hoort. Dit verhaal wordt op plaquettes op de grond verteld. De ruïnes zijn zoals het goeie ruïnes betaamt echte bouwvallen (maar dus wel op onderdelen in hun oorspronkelijke staat gerenoveerd door de vrijwilligers), maar de omgeving, de bomen en het licht maken het toch weer tot een stek die de moeite waard was te bezoeken. We zien in de resten van de gebouwtjes een paar karkassen van kangoeroes liggen en een van de vrijwilligers geeft aan dat die beesten dat waarschijnlijk doen om op een rustige manier te sterven als ze hun dood voelen aankomen. De later in dit verhaal genoemde Australian wave wordt ons door deze enthousiastelingen uitgelegd, als we allemaal als gekken de vliegen van ons af proberen te slaan.
De weg naar Coober Pedy (aan de Stuart Highway), waar we uiteindelijk morgen de 21e willen aankomen, gaat voor ons over Leigh Creek en daarvoor maken we een 'turn left' door het NP voor een scenic drive van ongeveer 20 km door een 'geological area' en de 'Brachina Gorge'. De eerste 11 km van deze unsealed road zijn goed te rijden. Op platen langs de weg wordt aangegeven in wat voor soort gebied we rijden voor wat betreft het geologische gesteente; we praten hier over 540 tot 560 miljoen jaar geleden. Later bedenk ik dat dat wel verrekte lang geleden is en dat dat feitelijk inhoudt dat de aarde dus 540 miljoen keer om de zon is gedraaid in die tijd. Dat zijn verdomd veel baantjes, toch...! Weinig zwemmers doen haar dat na. Plotseling verschijnen rechts van ons 2 emoe's, die daar in het wild wat lopen te fourageren, zoals dat zo mooi heet. Die beesten zien er in de dierentuin natuurlijk hetzelfde uit en ze doen daar zelfs vaak hetzelfde als deze 2 jongens, maar toch is dit mooier, want in het wild en dus natuurlijker.
De laatste 9 km van deze doorsteek (oost-west weg) vraagt iets meer van de stuurmanskunsten en is dus leuker om te rijden. We slaan rechts af naar Leigh Creek waar we eind zondagmiddag een poging doen om ergens een bak koffie te nuttigen. No way Ghosé. Deze plaats is op deze tijd zowat uitgestorven, hoewel we er wel even getankt hebben bij het service station. Maar als we wat verder doorrijden en in een café om een bak koffie vragen, vertelt de barman dat ie dat nu niet serveert en dat de enige plek om te slagen misschien het service station is, maar dat de koffie waarschijnlijk niet te zuipen is. Hierop besluiten we maar door te rijden.
Een nacht vertoeven we in the middle of nowhere in het gat Marree. Als we in Marree aankomen staat er op een A4'tje dat op de deur van 'the office' is geprikt dat we bij afwezigheid van de beheerder ergens een plek moeten kiezen en dat we de volgende dag maar moeten betalen. We zetten onze camper (we zij de enigen) op een plek en zien dan ineens de beheerder verschijnen. Omdat hij morgen begint met het afbreken van de douches en wc's mogen we gebruik maken van de douche/wc van een 'cabin', die ook op deze plek verhuurd wordt. Mooi! Ook al is ook dat niet al te veel, ons dunkt dat het altijd beter is dan de algemene douches, die dus morgen op de planning staan om gesloopt te worden. De vliegenoverlast in deze contreien is van een behoorlijk niveau en we voeren gestaag de Australian wave uit (wegwuiven van de vliegen, die je continu zitten te vervelen op oor, oog, neus, mond en alle andere plekken op je lijf waar je ze ook al niet wilt hebben). Toch valt er voor ons te koken op ons gasstelletje, want in de avond wordt het kouder en dan verdwijnt dit lastig gevleugelte.
Maandag 23 april op weg naar Coober Pedy
Vandaag rijden we langs het zuidelijke Lake Eyre en over Williams Creek naar Coober Pedy. Stel je van de plaatsjes langs deze graveltroad zoals Williams Creek niet al te veel voor, want .... die stellen namelijk niks voor. Wat wel veel voorstelt is het landschap dat we doorkruisen op de onverwacht goede gravelroad. Onder het genot van de klanken van Superheavy (met dank aan Eddy!) maakt wederom het on-the-road gevoel zich van ons meester. We trotseren met gemak de Oodnadatta track, een unsealed road waarvan wij de vereiste rijvaardigheid thuis anders inschatte dan uiteindelijk hier in de praktijk nodig blijkt. Desondanks mag je aandacht niet verzwakken, want er zitten nog altijd gevaarlijke 'dips' en gaten in en soms water over de weg.
De Australiërs zijn echter meesters in waarschuwingen, want zelfs op de meest afgelegen plekken word je met tig verkeersborden steeds gewaarschuwd voor gaten en dips in de weg, of 'roadwork ahead'. Verder zie je overal borden met mogelijk overstekend vee, kangoeroes, loslopende paarden en vooral ook 'floodway'. Dat laatste wil dan zeggen dat bij hevige regenval de weg onder water loopt. Op indicatiepalen staat dan weer aangeduid tot hoever het water dan ooit kan komen. Dat is nu, op het moment dat wij hier rijden en het continu zonnig en droog is, ongelooflijk, want je kunt je niet voorstellen dat het water dan zo hoog (bv. 1.40 meter) komt te staan. Op beruchte wegen staan bij het begin ook grote borden met aankondigingen of de wegen naar bepaalde plaatsen al dan niet open zijn (zie foto) op grond van weersomstandigheden. Als je ondanks de waarschuwingen een dergelijke weg toch oprijdt, terwijl hij als gesloten aangegeven staat, staat op hetzelfde bord te lezen 'severe penalties apply!'
Op de helft van de weg tussen Marree en Williams Creek passeren we een lookout op Lake Eyre, waar we uiteraard een stop maken. Het ontvangstcomité (zie foto met vliegen op de rug e.d.) 'vliegt' ons reeds op te wachten en als we uitstappen begroeten zij ons met fysiek geweld en wij hèn met de eerder genoemde Australian wave. Ondanks dit wat overdadige ontvangst begeven wij ons te voet richting het meer, wat zowaar veel water bevat. Dat is niet gebruikelijk, maar het schijnt de laatste tijd (de laatste 3 jaar veel meer dan in tij.....den daarvoor) hier veel geregend te hebben en dus is er water in het zuidelijke meer. Dat het hier eerder erg nat geweest moet zijn, zien we ook terug in het landschap, want verwachtten wij hier echt een dorre woestijn, hetgeen we zien is een groene steppe met gras, struiken en zelfs behoorlijke boompjes.
Maar goed, ... onderweg naar het meer, wat een paar honderd meter van de parkeerplek afligt, zien we de zon in het water glinsteren wat een schitterend beeld geeft. Ook vergapen we ons aan het zout wat op het 'strand' ligt en aan alle flora dat daar nog weet te ontspruiten. Ook al hebben we erg veel afleiding door alles wat we zien (en natuurlijk fotograferen- zie foto's), het ontvangstcomité eist continu de aandacht op, wat ons toch enigszins begint te irriteren. Nadat we onze visueel zintuiglijke behoeften hebben bevredigd, keren we op onze schreden terug om met groot plezier afscheid te nemen van het niet aflatende enthousiasme van het ontvangstcomité, dat ons zelfs tot in de camper begeleid; Urrrrghhhh!
CCR schreeuwt uit de luidsprekers 'who'll stop the rain?', wat nogal lachwekkend overkomt gezien de blauwe lucht opgepimpt met sneeuwwitte wolkjes.
Na Williams Creek verlaten we de Oodnadatta track om verder te gaan over de unsealed Williams Creek road naar Coober Pedy. Het passeren van zgn. roadtrains (trucks met 3 aanhangers, en dus gigantische vehikels) vereist een stop langs de weg, aangezien je door het opvliegende stof geen hand voor ogen meer ziet. Het is wel een magnifiek gezicht, zowel de truck zelf als de door hem veroorzaakte zandstorm die je al van ver ziet aankomen. Hé Lu, geinig voor de boys! En jou, ha! (zie foto)
We komen rond een uurtje of 4 aan in Coober Pedy, een plaats wereldbekend (blijkbaar) om zijn opaalwinning. In de omgeving zie je overal 'zand'/grondheuveltjes die duiden op de (open) mijnbouw en de zoektocht naar het kostbare goedje. We zijn alletwee best moe na deze rit, maar willen toch wat van de plaats zien en dus gaan we na het inchecken op de campsite nog effe door het plaatsje kuieren. We willen eigenlijk naar een van de onder-de-grond/rots woningen, maar bij het tourist office komen we erachter dat we daar eigenlijk te laat voor zijn. De plaatselijke boekwinkel, die ook in een rots is uitgegraven, is nog open en dus gaan we die maar bekijken. De dame die de winkel runt, woont naar eigen zeggen al meer dan 50 jaar in de woestijn, "because she likes the natural environment". We maken foto's in de winkel en hebben zo toch nog onze zin. We kopen er nog een klein aandenken, zodat iedereen tevreden is. We gaan weer wat aan de wandel. Gigantische autobanden met een doorsnee van een meter of drie liggen zomaar ergens langs de weg op een open plek en zorgen in het licht van de ondergaande zon voor een onverwacht apart tafereel. De banden mogen dan versleten zijn, het restant van het rubber zou in onze ogen nog genoeg zijn om een normale personenauto van een nieuwe set banden te voorzien. We besluiten om na wat inkopen in de plaatselijke supermarkt toch niet zelf te gaan koken, maar uit eten te gaan. In eerste instantie willen we in een rotsrestaurant gaan eten, vanwege het ongetwijfeld aparte interieur, maar het feit dat de plek uitgestorven lijkt en van buiten een beetje shabby oogt, doet ons besluiten te kiezen voor het restaurant in het superdeluxe hotel just down te road. De grap is dat dit restaurant i.p.v. onder de grond op de bovenste verdieping van het hotel gevestigd is; how's that for an upside down experience. Om de toko te bereiken moeten we een wenteltrap bestijgen, wat niet de specialiteit van Théke is, as you all know by now (but wait for the Kings Canyon story later on!). Het resaturant ziet er pico bello uit en de prijzen zijn navenant. We veroorloven ons de uitspatting van een Barossa wijn á $ 41 de fles, een heuse Peter Lehmann Cabernet Sauvignon, en ik neem er een lekkere kangoeroebiefstuk bij. Erg goed klaargemaakt, maar niet echt als kangoeroe te onderscheiden. Als ze het een gewone biefstuk hadden genoemd, had ik het ook geloofd. Théke stelt zich tevreden met een zalmgerecht, wat ook aan de verwachte kwaliteit voldoet. We slapen er allebei goed op.
Overigens is Coober Pedy (CP) de plaats waar we feitelijk als eerste Aboriginals in wat grotere aantallen bij elkaar zien. Ook in Alice Springs (ik zit dit verhaal achteraf op het vliegveld in AS te schrijven) is dat het geval en hun aanwezigheid in een (nu) blanke omgeving geeft mij het gevoel van totale culturele ontheemding van hun kant. Mensen zitten hier en daar zo maar, soms in groepjes, op de stoep in shabby kleding op straat, stinken soms een uur in de wind en lijken volledig doelloos en tijd dodend om zich heen te kijken. In de voor hen natuurlijke omgeving van de omliggende woestijn lijkt dit gedrag meer op wat je gewend bent van beelden van bv. Discovery of de National Geographic channel, maar hier in plaatsen als CP en AS, ziet het er zoals gezegd ontheemd en doelloos uit. Uiteraard hebben wij het hier over de mensen die blijkbaar geen baan hebben of om andere redenen op straat rondhangen. Hoe geïntegreerd het gros uiteindelijk is, daar hebben we geen idee van. Maar bv. in het visitors' center van Uluru, waar de cultuur van Aboriginals in de omgeving van de grote rode steen uit de doeken gedaan wordt (in mijn ogen nog steeds erg beperkt, of ... ik begrijp het gewoon niet) werken (uiteraard ook) Aboriginals.
Dinsdag 24 april
Vandaag een lange ruk van Cooper Pedy naar Ayers Rock = Uluru. Het eerste stuk over de Stuart Highway, waarna de weg na de afslag links bij Erldunda verder gaat over de Lasseter Highway, onderdeel van de Red Center Way. Een rit van zo'n 720 km. Echt een weg om de on-the-road muziek weer uit de luidsprekers te doen schallen; Hey tomorrow..., sweet hitchhiker...., I put a spell on you..., Born on the Bajoe... van CCR, maar ook Eric Clapton en onze Michael J. vergezellen ons naar de bekendste attractie van Australië. Aan de dieselprijs onderweg merken we dat we steeds meer van de bewoonde wereld af komen te zitten. De Stuart Highway, DE snelweg van Adelaide in het zuiden naar Darwin in het noorden over Alice Springs (in het midden) laat iets meer auto´s zien, maar om te zeggen dat we hier file verwachten, is zwaar overdreven.
De stippen op de landkaart doen vermoeden dat je onderweg plaatsjes tegenkomt, maar veel meer dan zgn. roadhouses (eetgelegenheden) zijn het niet. Wel vind je langs deze belangrijkste Highway naar het noorden bij deze roadhouses wat grotere tankstations en een bijpassend (super)marktje. Op de afslag naar het westen bij Erldunda is het allemaal nog wat groter en luxer, omdat daar alle toeristen neerstrijken op weg naar Uluru, de Olga's en Kings Canyon. Wij dus ook om te tanken en een bak koffie (ook al is de diesel hier $ 1,96 per liter, het is altijd nog $ 0,19 goedkoper dan bij Uluru, en met Kings Canyon scheelde het zelfs $ 0,37).
De Australiërs hebben Uluru (Ayers Rock), zij het in samenwerking met de Aboriginals, volledig toeristisch uitgemolken, zo blijkt als we de Yulara (Ayers Rock Resort) binnenrijden. Er is een compleet 'verblijfsdorp' opgetrokken rondom Uluru om de toerist van alle gemakken en luxe te voorzien, ook al staat daar dan wel een aardig prijsje tegenover. Kamperen met tent, camper, caravan, overnachten in cabins of in een luxe hotel, in alles is voorzien. Natuurlijk is er een uitgebreide supermarkt - onbetaalbaar, maar natuurlijk niet voor rijke stinkers die werken in de gezondheidszorg of bij justitie - en is het resort verder voorzien van een tankstation, visitor info center, souvenirwinkels, art gallery, night sky show, restaurants en bars. The whole ratteplan! Je betaalt uiteraard om ter plekke te overnachten in het onderkomen van je keuze (wat dan voor ons relatief nog meevalt, t.w. $ 41 per nacht), maar ook om het national park zelf in te komen moet een aparte commissie betaalt worden. Die valt met $ 25 voor 3 volle dagen dan wel weer mee. Nevertheless, het blijkt achteraf allemaal de moeite waard, ook al denk je dat dat niet meer mogelijk is als je deze toeristische opzet ziet.
We checken in en rijden daarna meteen door naar Uluru om ´acutement´ te genieten van de zonsondergang, waarvoor een speciale 'sunset area' is aangewezen. De parkeerplaatsen zijn nog niet allemaal bezet en we vinden gemakkelijk een plek. We stellen ons voor dat in echt drukke tijden je bij wijze van spreken moet vechten om een goed plaatsje. Maar vandaag is het relatief rustig en is er volop ruimte voor iedereen. Olfactorisch worden we geattendeerd op schroeiende kippepootjes, hetgeen visueel bevestigd wordt door barbecue-achtige taferelen. Blijkbaar zijn een aantal mensen al een tijdje op de plaats van bestemming en wordt het evenement gevierd met drank en eten. Het lijkt wel oud&nieuw. A mixture of serene tranquility with a party-like mood fills the air. Uluru en zijn maatje de zon stellen ons en de andere aanwezigen niet teleur. Met dank aan het digitale tijdperk wordt op deze enkele avond de kleurmetamorfose van de bekendste brok steen van het zuidelijke halfrond duizenden keren vastgelegd. Onze fotokaarten klagen over de overdadige hoeveelheid plaatjes van hetzelfde onderwerp, maar weten op dat moment nog niet dat eenzelfde tafereel zich in het ochtendgloren zal herhalen. Met overvolle blaas, maar voldaan (de Ozzies hebben echt oooooooooooveral toiletten, behalve hier blijkbaar!), sluiten we de fotosessie af, terwijl we ons afvragen hoeveel van de shots het vanavond zullen overleven, als onze kritische blikken het resultaat op de notebook zullen beoordelen. Dat blijken er nog best veel te zijn, pffhoe.
Woensdag 25 april
Vroeg op, want Uluru moet zijn beauty natuurlijk ook bij sunrise aan ons openbaren. Het is nog donker als we vertrekken van de campsite. Bij de ingang tot het national park (NP), waar we gisteren de toegangkaarten hebben aangeschaft, staan reeds 3 auto's voor ons voor de slagboom te wachten. Het park gaat pas om 6 uur open, behalve voor sommige touroperators die met volle busjes via een andere rijbaan klaarblijkelijk wel toegang hebben. Net voor zessen verschijnt er een dame achter het loket. Blijkbaar heeft niet iedereen gisteren al toegangskaarten gekocht, want door 2 van de 3 auto's moet er nog het een en ander ingevuld en betaald worden. Nou ja, niet door de auto's zelf natuurlijk, want ... dat zou op zichzelf al een attractie zijn, ha! Wij tonen onze kaarten en met een "Excellent" en "Have a nice day" worden we richting sunrise - en alles wat er op mag volgen - gewenst.
Als je alle borden langs de weg goed waarneemt en opvolgt word je naar de speciale sunrise area geleid. Wij blijken de afslag echter te missen en rijden dus verkeerd. Aangezien we aan de zonnestand zien dat we te ver zijn, beseffen we dat we niet goed zitten. Enigszins geërgerd keren we om, want we denken nog maar weinig tijd tot de daadwerkelijke zonsopgang te hebben en zijn dus bang 'm te missen (oké, morgen weer een dag, maar ja... we zijn er nu ook speciaal vroeg voor van de resort vertrokken!). Na een tijd vinden we alsnog de juiste afslag en komen als een van de laatsten - maar nog wel op tijd! - aan bij alle andere toeristen, die geduldig op alle kleurschakeringen van Uluru zitten te wachten.
De 'sunrise area' is een volledig ingericht park, waar de Uluru-hongerige toerist vanuit verschillende hoeken en hoogtes het brokje steen weer in al zijn ochtendglorie kan waarnemen en vastleggen. Het is stervenskoud en onze fleecetruien en lange broeken bieden onvoldoende compensatie. The 'sun' zal in zijn 'rising' ongetwijfeld zorgen voor wat fysieke opwarming en daarnaast hopelijk voor wat afleiding door Uluru van allerlei kleurtjes te voorzien. Dat doet ze ook, maar T&T (wij dus) zijn het erover eens dat de sunset een letterlijk en figuurlijk warmer beeld van onze Rock liet zien dan deze sunrise. Desondanks was het de moeite waard om er vroeg voor op te staan.
Na de ochtendsessie hebben we vandaag een schitterende wandeling rondom de Uluru zelf in petto. Maar eerst nog even een bezoek langs het visitor center. Dan rijden we naar het beginpunt, zetten ter plekke een bak koffie, ontbijten en gaan daarna aan de wandel. The Rock heeft een religieuze betekenis voor de Aboriginals uit die streek. Om die reden wordt gevraagd hem uit respect niet te beklimmen. Desondanks wordt deze mogelijkheid wel geboden, zoals wij op bijna het eind van onze werkelijk fantastische wandeling zien. Vanaf een bepaald punt kun je de rots beklimmen tot helemaal bovenop. Eenmaal bovenop kun je blijkbaar nog uren ronddwalen op de verschillende toppen die de rots herbergt. Het komt op ons wat tegenstrijdig over om te vragen het uit respect niet te doen, maar vervolgens wel de mogelijkheid te bieden. Het wordt dan ook volop gedaan. Wellicht is hier een compromis tussen de Aboriginals en de Ozzies gesloten. Ulura / Ayers Rock is niet het bezit van een van beiden en dus wordt respect voor andermans cultuur gevraagd en niet afgedwongen????? Wel is het zo dat, zoals al eerder gezegd, in samenwerking met de Aboriginals Uluru en het NP eromheen in gezamenlijk beheer is. Het lijkt erop dat beide partijen en de natuur dus profiteren.
Hoe dan ook, onze wandeling om Uluru heen lijkt een tocht door de Garden of Eden (morgen zal blijken dat er daar meer van zijn!). Op plekken kun je de rooie rakker letterlijk aanraken, terwijl op andere plaatsen er een fantastische groene natuurlijke tuin uit de grond ontspruit. Daarnaast zijn er mooie bloemen en vogeltjes te zien en vinden we hier en daar zelfs een klein meertje aan de onderkant van wat af en toe een waterval moet zijn. Nu is het te droog voor watervallen, maar een heel bekende foto van Uluru (wij kenden 'm overigens niet) laat de rots zien op een moment, waarop de kanjer door allerlei verschillende waterstromen lijkt te 'bloeden'. Dat moet op dat moment een geweldig gezicht geweest zijn.
Het is vandaag weer een fantastische dag, en zoals eigenlijk tot op heden steeds het geval is geweest zorgt de droge warmte dat je niet transpireert. Daardoor voelt het niet klammig aan. De 10,6 km doen we in een uurtje of 5, wat gezien de tijd die we kwijt zijn aan fotograferen eigenlijk nog meevalt. Ik schat dat we samen wel 600 foto's gemaakt hebben die dag, de foto's van the late afternoon Uluru op afstand meegeteld. Dat laatste is wel geinig om te vermelden, want blijkbaar is er dus een aparte locatie gemaakt voor bussen en touroperators om de Uluru bij sunset door de klanten te laten aanschouwen. Op deze plek staat een bord dat er na 16 uur alleen (tour)bussen zijn toegestaan. Toen wij er aankwamen, was het net iets over vieren en waren er al voorbereidingen bezig voor de toeristen die die avond de ondergaande zon op Uluru zouden gaan bewonderen, gezien de voorbereidingen, onder het genot van een hapje en drankje.
Donderdag 26 april
Vandaag staan de zusjes van de Uluru op het programma, de Olgas of Kata Tjuta. Hiervoor moeten we zo'n 50 km rijden vanaf Yulara/Uluru resort en we vertrekken - rustig aan - om 09.15 uur. We starten met de 2,6 km (retour) wandeling in de Walpa Gorge (voor degenen die het nog niet in de gaten hebben, gorge betekent kloof) en lopen daarna de Valley of the winds, de 7,4 km lange ronde binnenin de Olgas. De weg naar het startpunt van de wandeling is een aardige klim in de hitte van de dag. Van daar af volgt eerst een tamelijk steile daling naar het binnengebied van de Olgas' rotsformaties, wat vanaf het punt waar we staan een fantastisch aanblik heeft. Théke vraagt zich af of ze dat vandaag wel gaat trekken en wil mij eigenlijk alleen op pad laten gaan. Maar het beeld is zo schitterend en aanlokkelijk dat ik denk dat ze heel wat mist als ze dit laat schieten. Gezien ook de prestatie van gisteren waarbij ze de omloop om de Uluru met gemak liep, denk ik dat dit met een beetje hulp van mijn kant ook moet lukken. We vragen een voorbijganger, die blijkbaar de ronde al gelopen heeft en dus op de terugweg is, hoe erg het gesteld is met het klimmen en dalen op het traject. Het blijkt een jonge Duitser te zijn en hij vertelt dat er eigenlijk maar 2 steile klimmen in zitten die goed te doen zijn. De rest van de track is zo goed als vlak. Ik haal Théke over om mee te gaan, wat ze ook doet. Het is echt een 2e Garden of Eden. Schitterend!
De natuur is overweldigend en je verwacht elk moment Adam en Eva tegen te komen. Even later ... "G'day mate! I'm Adam, what's your name and where 're ya from?" Hoeveel toeval kan er bestaan,... en blijkbaar speelt tijd geen rol in deze contreien. plotseling horen we een schreeuw en blijkt Eva haar voet verzwikt te hebben. Met wat takjes en bladeren helpen we het geheel te spalken. Met een "Thanks mate" en "No worries" nemen we afscheid en gaan weer onze eigen weg. Als we later het klokhuis van een appel tegenkomen, weten we dat we niet gedroomd hebben.
Net voor de klim de Olgas uit, begint Théke de inspanning te voelen (ook beetje laag suiker). De reden waarom ze zo moeilijk bergopwaarts kan is onverklaarbaar. Zeker als je bedenkt dat het geen conditioneel ding is (want ze herstelt supersnel) en ze de 'berg'fietstocht in de Barossa Valley - zij het met de nodige inspanning - toen toch maar effetjes deed. Bij het begin van de wandeling zijn we de afdaling rustig ingegaan en hebben er naar schatting zo'n 10-15 min (incl. foto's!) over gedaan. Nu moeten we dezelfde weg terug omhoog om de Olgas weer uit te komen. Het is zeker niet ver - wel steil dus - en we denken dat het in zo'n 20 minuten te doen moet zijn als we gestaag doorlopen. Ik trek Théke aan de hand mee omhoog en zij volgt mijn tamelijk vlotte tempo. Zes minuten later staan we boven. Ik ben helemaal 'multiplex' (zou onze Toon zeggen) dat ze dat in 1 ruk voor elkaar heeft gekregen. Oké, we moeten beiden wat bijkomen als we boven staan, maar Théke's herstel laat niet veel langer op zich wachten dan de mijne. Als we morgen (27 april) na de rit naar Kings Canyon een nog steilere klim moeten maken, die ze helemaal op eigen houtje doet, schieten de tranen van overwinning haar boven op de rand van de canyon in de ogen. She never thought she would make it!!! Deze 3e Garden of Eden tocht is wederom overweldigend in schoonheid, en de grap is dat in deze tocht een korte afslag naar wat daar letterlijk The Garden of Eden genoemd wordt zit. Maar eigenlijk valt die dan weer tegen vergeleken met hetgeen we allemaal de afgelopen dag(en) gezien hebben. Natuurlijk kun je er desondanks niet omheen om je op deze 'paradijselijke' plek effe vast te laten leggen door andere, zich Adam en Eva wanende, bezoekers.
Zaterdag 28 april
We verlaten vandaag het luxe resort bij Kings Canyon, waarvan we thuis een iets primitievere voorstelling hadden gemaakt. Maar ook hier hebben de Ozzies weer gezorgd voor alle comfort die de maffe toerist zich kan veroorloven, zolang er maar het prijsje voor betaald wordt. Op een of andere wonderlijke manier slagen ze er in om je het idee van 'wilderness' te geven bij al deze natuurlijke bezienswaardigheden, ondanks dat je bij terugkomst op de camping alle luxe van de wereld terugkrijgt die je bij wijze van spreken thuis gewend bent.
Over Laparinta Drive - een non sealed gravelroad (oké het is een beetje dubbelop, als witte sneeuw) - rijden we richting Alice Springs, met de bedoeling een tussenstop te maken in Palm Valley en daar zo nodig te overnachten. De Laparinta Drive gaat door een - wat wij zijn gaan noemen - groen woestijnlandschap. Het blijft een aparte (rij-)ervaring en het doet het on-the-road sfeertje steeds opnieuw ontstaan. We zien een enkele dingo voorbijkomen en hier en daar steken wilde (?) paarden en ezels de weg over. Er is zelfs een stel dat deze weg volledig bepakt en bezakt op de motor trotseert, wat een hele prestatie is (hitte, stof, roadconditions). Een 100 meter van de weg wegroestende auto is het stille bewijs van waarschijnlijk het zoveelste auto-ongeval op deze erg rustige weg. De omstandigheden van dit soort wegen kunnen zoveel erger zijn dan wij tijdens onze reis tot op heden hebben ervaren. Dergelijke - nu voor ons onvoorstelbare - ongelukken komen toch veel voor, getuige de vele autowrakken die wij gaandeweg langs de wegen hebben gezien. Palm Valley in Finke Gorge NP is een afslag die we eigenlijk van onze campeverhuurder niet mogen nemen, maar de belofte van de aanwezigheid van de prehistorische rodekool palmen in een plaatjesboekachtige omgeving is te sterk om te weerstaan. Meteen bij het begin van deze off-road track staat aangegeven dat de weg alleen met hoog op de wielen staande 4WD vehikels te rijden is. Oké, .... wij hebben een 4WD, maar niet hoog op de wielen. Gezien de goede wegcondities die we de afgelopen tijd gekend hebben, nemen we toch de afslag en hopen er het beste van. Het blijkt inderdaad een iets ander weggetje dan we gewend zijn, met natte oversteekjes en wel erg hoge rotsen op het rijpad. We komen tot 1.6 km van het 'beloofde land', waar we een andere Apollo campervan tegenkomen in omgekeerde rijrichting. Ze moeten iets terug om ons te laten passeren en de dame van het stel loopt ons tegemoet met de vraag of wij (wel) toestemming hebben om deze weg te rijden. Haar Engels doet Théke al meteen vermoeden dat ze Nederlandse is en dus gaat de conversatie in onze moedertaal verder. Nee, wij hebben ook geen toestemming en, sterker nog, deze weg staat sowieso op de zwarte lijst van wegen die wij beiden (want dezelfde campervan) mogen berijden. Maar ja, zoals rasechte Nederlanders betaamt, who gives a shit? Het stel laat ons echter weten dat het verderop echt niet meer te doen is en het vervolgen deze off road weg met deze bak dus onverantwoord is. Baaaaaalen! We zitten op 1.6 km van onze - wederom paradijselijke - bestemming. Gaan we lopen? Tja, er schijnen hier dingo's rond te dwalen. Eentje is nog wel weg te jagen, maar als het er meer zijn.... We gaan dit avontuur maar niet aan en stellen ons tevreden met hetgeen we op deze plek aantreffen, wat overigens ook de moeite waard is. We parkeren de auto hier even in the outback, terwijl onze Nederlandse voorgangers de terugweg aanvaarden.
Na een minuutje of 10 hebben wij onze foto-shoot ook wel weer gehad, draaien de auto en ondernemen de 20 km terug, die heen al net zo veel tijd kostte als 80-100 km op de gravelroad. Ik herinner me van de heenweg dat er 1 punt vlak bij een rivieroversteekje was, waar de stenen in de weg erg hoog waren en de horde dus moeilijk te nemen was. Daar aangekomen verlaat Théke de camper om mij van rij-instructies te kunnen voorzien. Uiteraard heb ik vooraf het lastige traject beoordeeld en ingeschat wat de beste move zou kunnen zijn. Erg over links aanhouden en nadat ik met het linkervoorwiel het zandheuveltje tegen de linkerberm afrijd naar rechts sturen, om vervolgens weer recht in de kiezels van het laagstromende riviertje uit te komen. Théke bevestigt in eerste instantie mijn ingezette beweging. Ik rij heel langzaam, totdat ik ineens de camper gigantisch voel overhellen naar rechts en met zijn linker voor- en achterwiel voel loskomen. De trillingen schieten door mijn benen and a thrill down my spine. Fu... man, daar ga ik, ... denk ik. Maar gelukkig balanceert ie terug en sta ik weer op 4 wielen. Pfffffoe..., zeldzaam, deze prikkel. Thé staat van spanning wat te giechelen en probeert alsnog wat zinnige instructies te geven, die na een aantal pogingen uiteindelijk leiden tot het succesvol nemen van deze hindernis. Eenmaal over de kiezels van de rivier en aan de oever beland moet ik eerst effe bijkomen. Mijn engelbewaarder was gelukkig weer op het juiste moment in de buurt; goei boaske! Nu ik dit verhaal voorlees aan Thé krijg ik er alsnog weer de zenuwen van - en Thé de slappe lach!
Maar goed, we vervolgen onze weg naar Alice Springs en maken een coffeebreak in Hermannsburg ...... een weinig appetijtelijk ogende plaats in the middle of nowhere, die op het eerste oog een wat grotere Aboriginal populatie kent. We stoppen voor een bak koffie, maar zetten 'm uiteindelijk zelf, omdat de authentieke koffiekan in de 'toko' naast de benzinepomp niet de gewenste verse koffie produceert. Het is bloedje heet ...
We zitten inmiddels in Cairns en hebben nu de gelegenheid om dit vervolgverhaal te versturen, natuurlijk begeleidt door onzen kiekjes. Wanneer we het vervolg kunnen sturen is niet duidelijk. We vertrekken morgen naar het noordoosten, Peninsula Cape York. We verwachten daar geen internetlocaties aan te treffen, dus............ nog even geduld.
Wat we trouwens nog effe van jullie willen weten (en wel op dit medium uitgewisseld kan worden!):
- Hé Jokey, hoe was de presentatie op de NND? Staande ovatie zeker!!?
- Hé Toon en Lu; hoe staat het met mijn keukentje. Al in geweldig afgeronde staat, I'm sure. Goed bezig, mates!
- Jarige Joppen, allemaal goeie verjaardag gehad?
- Hé Marja, hoe bevalt de vrije tijd van het werk, wordt die nu helemaal ingevuld door de B&B of heb je ook echt vrije tijd gekregen?

  • 04 Mei 2012 - 06:52

    Ary&Lia:

    We hebben weer genoten van jullie belevenissen.
    Mogelijk dat jullie tzt een uitgever kunnen vinden die deze reisverslagen in boekvorm uit wil geven als geschenk bij een doos Australische wijn.
    We denken dat dit wel goed in de smaak zal vallen (zowel jullie verhaal als de wijn)
    Nog heel veel plezier toegewenst.

  • 04 Mei 2012 - 08:42

    Marry (Hans Is Weg):

    Hans is weg, alleen vandaag hoor!
    Dat was een lang verslag! Al lezend vergeet ik alles om me heen.
    Heerlijk land, Australië!

  • 04 Mei 2012 - 09:56

    A-M.:

    En... heb je iets geleerd van de trillende beentjes en the thrill down your spine?

    Geniet van de laatste weken van jullie trip! xxx

  • 04 Mei 2012 - 10:54

    Cas Kokx:

    He ome Tinus en Thea,
    Bedankt voor het fotograferen van de trucks!! ;-)
    Hebben jullie het daar in australie een beetje naar je zin?
    ach dat zal vast wel,
    veel plezier en weer tot gauw!!
    groeten Cas and the family

  • 04 Mei 2012 - 18:20

    Karin:

    Haha, het duurt even maar dan heb je ook wat !!! Niet te geloven wat een langs verhaal ! Leuk !! X

  • 04 Mei 2012 - 20:05

    Joosty:

    Hee2, wat een geweldige avonturen en verhalen! Alleen moet ik steeds een vakantiedag opnemen om jullie story te kunnen lezen ... Hebben jullie nog wel genoeg tijd over om van jullie welverdiende vakantie te kunnen genieten?
    Geniet er lekker van saampjes ... en maak nog meer prachtige foto's!

  • 06 Mei 2012 - 10:06

    Conny:

    the never ending story........

    met weer van allerhande belevenissen en emo's down the spine. Bedank dè goei boaske mar.

    ..to be continued.

  • 06 Mei 2012 - 18:10

    Betty :

    Ha allebei,

    Wat een schitterende foto's en reisverslag.
    Jullie genieten overduidelijk!
    Ga zo door.

    Lieve groet, Betty

  • 07 Mei 2012 - 09:15

    Eveline:

    Hoi hoi, ik dacht ik zal weer eens even lezen op jullie site hoe het jullie vergaat! Maar laat dat "even" maar weg! Wat een leuk (en vooral lang) verslag weer! Goed dat jullie zo genieten!! En prachtige foto's!!
    Enjoy!

    Liefs Eveline (etd)

  • 09 Mei 2012 - 15:16

    Martin & Els Vd Worm:

    Ha T&T, wat een epistel... Maar het lezen meer dan waard. Prachtige foto's ook hoor. Droomde er helemaal bij weg en waande me weer even in Australie. Helaas is de waarheid anders en zitten wij in ons koude kikkerland. Gelukkig kunnen jullie nog een paar weken genieten Down Under.

  • 10 Mei 2012 - 14:27

    Bruun:

    Ha die Thea en Tinus ,
    Joh joh .....wat een story .....wat laten jullie ons hier in het Delftse meegenieten van jullie belevenissen.
    De foto's ....meer dan geweldig .

    Wat een rijkdom als je dit op het netvlies krijgt en jullie ook ons nog op jullie prachtig reis "meenemen".
    Dat moet een boek gaan worden :)

  • 11 Mei 2012 - 10:08

    Cas Kokx:

    Hallo,
    Bedankt voor de leuke kaart,
    hij is veilig aangekomen hier in nederland!
    veel plezier nog tussen de aussies en tot horens!!!
    Cas

  • 11 Mei 2012 - 14:58

    Paula:

    Leuk hoor theke. Blij je zo gelukkig te zien!

  • 14 Mei 2012 - 11:46

    Marja:

    Beetje late reactie van mij, maar het was zo veel dat ik pas dit weekend tijd kon vinden om jullie belevenissen tot me te nemen.
    Heerlijk! Voordeel van deze manier van vastleggen is dat jullie het voor 'thuis' ook direct op een rij hebben.
    Vanaf woe 16 mei ga ik genieten van het vrije leven in onze B&B. Ik tel dus af.
    Liefs Marja

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

10us

Me

Actief sinds 15 Maart 2012
Verslag gelezen: 5453
Totaal aantal bezoekers 83402

Voorgaande reizen:

08 Januari 2015 - 13 Juli 2015

Werken / leven op Bonaire

27 Maart 2012 - 01 Juni 2012

Down Under for a while

Landen bezocht: