T&T van de Tip naar Undara - Reisverslag uit Tilburg, Nederland van 10us Kokx - WaarBenJij.nu T&T van de Tip naar Undara - Reisverslag uit Tilburg, Nederland van 10us Kokx - WaarBenJij.nu

T&T van de Tip naar Undara

Door: ta10us

Blijf op de hoogte en volg 10us

28 Mei 2012 | Nederland, Tilburg

Hé Luitjes,
Sneller dan jullie gewend zijn, nu weer een update tot aan Undara - nog steeds 8 dagen achter, maar goed.
We zitten alweer een paar dagen in Sydney, maar daarover meer in waarschijnlijk onze laatste update.

Have fun,
T&T

zaterdag 12 mei
D-day, reaching the top = Tip of Cape York Peninsula!
Vandaag rijden we naar Cape York, ondanks de regen die vannacht gevallen is (moeilijker begaanbare weg!). De 4WD track ernaartoe is erg inspannend en met tijden erg spannend, want er zijn veel 'creeks to cross' en het water staat toch redelijk hoog. De track zelf gaat door erg dichtbegroeid en dus soms wat donker regenwoud, wat schitterend en tegelijkertijd spannend is. Het pad is net breed genoeg voor ons Apollootje en soms moeten we de over de weg hangende lianen voor lief nemen. We vragen ons af wat je hier in godsnaam doet als je een tegenligger krijgt, vooral op de wat steilere stukken, waar je met deze natglibberige grond eigenlijk niet stil wilt komen te staan. Gelukkig hebben we alleen achteropkomend verkeer (tja, ook al verwacht je niemand, je bent zelfs 'in the most remote areas' hier eigenlijk nooit echt alleen!). Op een paar plekken op de verder tamelijk krappe track heb je toch wat zijdelingse uitwijkmogelijkheden. Als we enigszins onzeker door een diep ogende kreekoversteek rijden, weten we ons in elk geval verzekerd van evt. hulp, want achter ons volgen een paar jeeps die blijkbaar hetzelfde plan hebben als wij. Eenmaal aan de overkant parkeer ik de camper eventjes op een iets breder stukje om de jeeps voorbij te laten gaan. Gelukkig komen we tot aan de Cape niet meer zo'n diepe oversteek tegen en dus halen we ongeschonden ons doel. Wat blijkt... staan er op het moment dat wij aankomen al 6 regenwoudtrotserende vehikels geparkeerd op de erg krappe 'parkeer'ruimte. Met enige moeite plaats ik de camper in de 'berm' van de toch al smalle weg, waarbij ik voldoende ruimte overlaat voor de rest om erlangs te kunnen als ze de terugweg weer aanvaarden.
Het erg brede strand (het is blijkbaar eb) en de Torres Strait zie je door de enge doorgang, wat feitelijk het verlengde van de track is. Het er net voor staande bord laat weten dat je het uiterste noorden van de Peninsula bereikt hebt, en daarmee van het Australische vasteland. Hier geen dure certificaten als bewijs van je prestatie, zoals bij het passeren van de poolcirkel in landen als Finland. Nee, hier leg je het zelf digitaal vast of je vertrouwt er maar op dat anderen je wel geloven. Of niet, ook goed! Maar ... gewapend met ons digitale spul begeven we ons op het strand, dat ondanks eb toch over de hele breedte onder een laagje water staat. Het loopt hier heeeeel langzaam af, zo langzaam dat we de plek waar het water dieper wordt vanaf waar wij staan niet eens kunnen zien. Als we behoedzaam over het waterige zand richting de meer rotsachtige tip lopen (waarboven het kleine York Island ligt), zien we vanuit het noordwesten erg donkere wolken zich samenpakken. We willen uiteraard hier nog wel het een en ander vastleggen, dus schieten we nog snel wat plaatjes. Twee koppels, die al terug komen lopen op weg naar de carpark, vertellen ons dat je ook over een pad bovenlangs kunt wandelen. Hoewel in eerste instantie aantrekkelijk om te doen, lijkt de dreigende lucht een nogal dringende oproep tot het z.s.m. verlaten van deze plek. Tegelijkertijd is diezelfde lucht een lust voor het oog. Maar ettelijke secondes later begint het te regenen en binnen de kortste keren komt het met bakken uit de hemel. Over tropische buitjes gesproken; goeiedag zeg! In no time zijn we tot op de huid doorweekt en we vrezen voor onze camera's, die we - als waren het onze kinderen - dicht op ons lijf onder onze kleren beschermen. De tocht terug naar ons vol smacht opwachtende Apollootje duurt slechts een minuutje of 5, maar het lijkt alsof we onder een harde straal hebben staan douchen. Zeiknat en aan alle kanten druipend vluchten we de camper in en vragen ons vertwijfeld af of we de terugweg wel gaan halen. Met zo'n berg hemelwater in zo korte tijd moeten de op de heenweg soms al volle kreekoversteekjes nog diepere geulen zijn geworden. We wachten een tijd totdat de regen wat minder wordt en rijden dan ietsjes gespannen de track op. Maar daar hebben we het uiteindelijk ook voor gedaan, toch? 'n Bietje spanning. Hoewel er veel minder water uit de lucht komt, is het zeker niet droog te noemen. Als we bij de diepe oversteek van de heenweg komen, denkt Thé dat het een andere (nog diepere) is. Achteraf blijkt dit niet zo te zijn, maar ik moet toegeven dat ie inderdaad nog wat dieper en gevaarlijker oogt dan op de heenweg. Maar ja, hier blijven staan is geen optie. Net zoals bij de Telegraph road trekt Thé de stoute schoenen weer aan en beweegt zich als peillood kriskras door de kreekoversteek. Ik hou nauwlettend in de gaten waar het water tot boven haar knieën reikt en/of waar de grond oneffenheden suggereert. We zijn beiden niet happpy met het resultaat, maar zien ook een soort van bypass direct linksom de oversteek, maar nog wel zo dichtbij dat we ook zeker door het water moeten. In eerste instantie denk ik dat het niet haalbaar is vanwege de lage begroeiing op dat stuk. Thé checkt ook daar de diepte en ondergrond en komt tot de conclusie dat de nauwe bypass toch de betere optie is. Ik ga akkoord en manoeuvreer Apollootje eerst links van de track de krappe bypass op. Vervolgens moet ik een erg smalle draai tussen 2 bomen in naar rechts zien te maken om het traject te kunnen vervolgen. Dat gaat niet in 1 keer lukken en dus moet ik iets terug, in z'n achteruit. Aan de rechter kant passeer wel heel krap de woudbewoner, maar ik kom er zonder 'kleer'scheuren af en kan de camper in de juiste rijrichting plaatsen om de rest van de hindernis te nemen. Dan zien we een 4WD jeep als tegenligger aankomen, die de oversteek door de kreek zelf maakt en, ... wooow, in het proces gevaarlijk heen en weer schudt. Tjoooe ... , nee dat hadden wij met ons bakkie nooit zonder problemen gehaald. Zelfs voor deze jeep leek het een hachelijke onderneming. Hij ziet ons over de bypass dezelfde stunt uithalen en wacht netjes tot ik Théke - die op de andere oever op mij staat op te wachten - heb bereikt. Met een 'all is well' geste bedanken we hem voor zijn gelukkig niet nodig gebleken bereidheid tot hulpverlening, waarna we beiden onze wegen vervolgen. Gelukkig voor Thé heb ik deze keer gelijk en hebben we met deze crossing de grootste barrière gehad. Dat we 'm niet herkenden, kwam omdat we op de heenweg de bypass niet gezien hadden vanwege de relatief scherpe bocht naar links direct na de oversteek.
Vanaf de 'Croc-tent' - een nogal bekend verkooppunt van souvenirs en volgens the Lonely Planet een verstrekker van onofficiële toeristeninformatie - gaan we nu niet rechtsaf terug naar Punsand Bay Campground, maar rechtdoor over Bamaga naar Seisia. Dit stuk 4WD track lijkt een stuk makkelijker (=vlakker zonder creekcrossings), maar blijkt vanwege de natte en dus veel gladdere rode ondergrond verradelijker. Het tegemoetkomende lokale verkeer lijkt er zich niet zo druk om te maken, getuige de snelheid waarmee ze over dit traject 'racen'. Hoewel ik errrrrug rustig rijd, omdat ik Apollootje al een paar keer heb voelen wegglijden in de slipperige bandensporen van de natte weg, verlies ik toch op een recht stuk nota bene ineens de controle. De camper doet wat ie wil. Dat resulteert in een vrije glijpartij, waarbij we dwars over de rode modderweg wegdraaien en heel langzaam maar zeker 90 graden op de oorspronkelijke rijrichting tot stilstand komen tegen de opstaande rand van de aarden berm. Met de opgedane ervaring van vanmorgen blijven we er beiden nogal rustig onder en met een glimlach stellen we vast dat de schade nihil is. Achteropkomend verkeer is tot stilstand gekomen en kijkt even aan hoe wij (in elk geval voor mijzelf) verbazingwekkend makkelijk Apollootje terug zetten op het rechte pad. Ik had dat niet verwacht onder deze omstandigheden, vooral ook omdat de berm ietsjes naar beneden toe afliep. Maar goed.... we made it again!
Eenmaal op het asfalt rijden we naar Seisia, nog zo'n 7-8 km van Bamaga. In Seisia tanken we voor de laatste keer in het noorden, rijden het piepkleine plaatsje (wel supermarkt) door en rijden dan naar onze volgende camping Loyalty Beach, die ook aan de kust en 3 km van de doorgaande weg van Seisia ligt. De rode aarde weg ernaartoe blijkt net zo slippery als die waar we net vanaf komen, maar gelukkig .... geen fratsen deze keer.
Als we de camping oprijden regent het weer; of beter gezegd nog steeds. En het gaat steeds harder te keer. We checken in, parkeren en 'installeren' de bak en het blijft nat, nat nat. Mogelijk dat we hier wel effe vastzitten, als het zo doorgaat, want onder deze omstandigheden zal de weg terug naar het zuiden niet erg goed begaanbaar zijn, is ons idee. Maar ... Loyalty Beach is wel een luxe camping, dus 'no worries'.

Zondag 13 mei
Hoewel we vandaag beter weer dan gisteren hebben, zijn er in de ochtend nog veel buien. Not very pleasant. Als ik in de camper wat zit te pc'en/lezen informeert Théke stiekem voor mij naar vismogelijkheden in de buurt. Volgens een werkneemster van de camping kun je redelijk goed vissen vanaf de werf in Seisia en zijn spullen en aas in de lokale supermarkt te koop. Dat lijkt een goed idee om deze dag door te komen. Het plan is om te voet langs het strand (uitkijken voor crocs!) naar Seisia te lopen en dan een lijntje uit te gooien. We maken ons op voor de wandeling en vertellen onze plannen desgevraagd aan de buurtjes die ons langs zien lopen. We zijn de camping nog niet af of het begint alweer hard te regenen. Zo hard, dat we besluiten de wandeling maar te laten zitten en met de camper naar Seisia af te reizen. De buurtjes zien ons weer terugkomen: 'Change of plans'. Eenmaal in Seisia hebben we schitterend weer. We installeren ons op een plateau dat gemaakt lijkt te zijn om een lijn vanaf te gooien. Blijkbaar zijn op deze zondag meer mensen op het idee gekomen hun geluk te beproeven.Een van de heren meldt op het eind van de middag zelfs dat ie eigenlijk op moederdag niet zonder vis thuis kan komen, als we hem ons restant van de aas aanbieden, omdat wij die toch niet meer zullen gebuiken. Théke nestelt zich in een van de campingstoeltjes en houdt zich zoet met het fotograferen van mijn kunsten en lezen. Er wordt niet veel gevangen door de hengelaars, zeker geen grote jongens. Maar deze jongen krijgt het voor elkaar met zijn handlijntje toch een visje aan de haak te slaan. Niet erg groot, wel mooi en helaas een beroerde happer. De haak is praktisch niet te verwijderen en ik in het proces vermink ik 'm zodanig dat ik 'm daarom maar een kort lijden bezorg en 'm naar de eeuwige jachtvelden stuur. Later die middag geef ik 'm weg aan een van de jongere hengelaars, die ook al de hele middag probeerde het heldere zeewater van vis te bevrijden. Overigens is het niet zozeer dat er weinig vis zit, als wel dat ze niet bijten. Of dat met hun kieskeurigheid van aas te maken heeft weet ik niet, maar de helft van de tijd zie je de vissen gewoon zwemmen en NIET naar je 'bait' toe gaan. Frusty.
Hoe dan ook, ík heb wat gevangen en hoewel het bij de start van onze wandeling nog met bakken uit de hemel kwam, tijdens het vissen hebben we - afgezien van een enkel spatje - prachtig weer (zie foto). Apart was wel het verschil in luchten; terwijl links en boven ons de zon volop door de losse witte wolken scheen, zag je rechts vaak wat dreigende bewolking, die het blijkbaar niet haalde tot de Seisia werf en ogenschijnlijk ter hoogte van onze 3 km verderop liggende camping bleef hangen.
Als we eind van de middag weer terugrijden, lijkt het er inderdaad op dat de camping als het ware een scheidslijn van regen was. Het lijkt weer natter te worden. Op de camping is fish&chips te krijgen en bij terugkeer zet ik Théke bij het afhaalpunt af en rij zelf naar onze kampeerplek om Apollootje weer te installeren. Wonderlijk genoeg kunnen we de fish&chips toch droog van het inpakpapier buiten op ons campingtafeltje nuttigen. Als Théke een half visje en wat strengetjes friet op heeft, vliegt er een mooie blauwe vogel de camping op. Die wil ze erop hebben natuurlijk en vervolgens blijft ze zo lang fotograferen dat ik ondertussen de rest van de vis en alle friet (best veel) mijn slokdarm laat passeren. Tja, sunt om allemaal koud te laten worden, toch!? Maar ... het moet gezegd, de volhardendheid van de fotografe wierp zijn vruchten af en het exotische beestje staat er mooi op.
Het was ondanks een grijs begin toch een mooie dag vandaag. Morgen rijden we in principe naar Weipa, tenminste als we het halen. Het is best een eind en de wegen zouden zo maar eens slechter te berijden kunnen zijn vanwege al het neergestorte hemelwater. We'll see.

Maandag 14 mei
Over dezelfde bypass wegen rijden weer zuidwaarts met de bedoeling Weipa aan te doen. We vinden het wel een redelijke omweg; naar de westkust vanuit ongeveer het midden van de Peninsula. Veel meer dan een vissersplaats met oude bauxietmijnen, die per toer te bezichtigen zijn, is het niet. Als we op Bramwell Junction een coffeebreak nemen, komen we de dame van het koppel tegen, die we ook gesproken hebben bij Split Rock toen we vóór Laura nog aan het begin van onze weg naar het noorden waren. Zij komen net van Weipa af en ze bevestigt ons vermoeden dat het niet al te veel is. Dat doet ons besluiten Weipa niet aan te doen en rechtstreeks door te rijden naar het zuiden. Van hetzelfde koppel hadden we destijds de tip gekregen naar Undara Vulcanic Tubes te gaan, en dat wordt dan ook ons doel voor de komende dagen. Maar voordat we verder rijden wil ik eerst nog wel effe een heel klein stukkie op het begin van de authentieke Old Telegraph Track (OTT). Zoals in een vorig verslag beschreven splitst de bypass road hier met de echte OTT en de track is zelfs aan het begin al dusdanig smal dat je - net als op dat stukje naar Fruit Bat Falls wat we op de heenweg gereden hebben - beter geen tegenliggers kunt tegenkomen. Anyway the real OTT, ..... been there, seen it, but ... not done it! Daarvoor moet je met andersoortige vehikels komen en dan nog, getuige de ingelegde foto's in de tafels van Bramwell Junction, is het voor de meesten een hachelijke en waarschijnlijk kortstondige en eenmalige onderneming met een kostprijsje dat het budget van de gemiddelde sterveling te boven gaat.
Na 40-50 km komen we in Moreton Telegraph station aan, de plek waarvan we op de heenweg al dachten dat ie leuk zou zijn 'm op de terugweg aan te doen. Rond half vier rijden we het grote lege terrein op en worden begroet door een aantal nieuwsgierig kijkende kangoeroe's, die hun middagmaaltje op het grasveld naar binnen staan te werken. De camping is open, maar wij zijn blijkbaar de enigen op dit moment. We worden vriendelijk te woord gestaan door een erg langzaam pratende Oz, wat voor ons natuurlijk prima is. We zijn zodanig vroeg in het seizoen dat ze nog volop aan het opstarten zijn. Er zijn echter nog geen guided tours en dat is dus wel weer spijtig, want anders hadden we bv. birdwatching en andere trips kunnen doen in dit gedeelte van de rainforest. Er zijn hier geen uitgezette self-guided tracks, dus dat maakt het moeilijk om hier zelf aan de wandel te gaan. Daarnaast word je bij de kreek die langs de camping loopt natuurlijk ook alweer gewaarschuwd voor crocs, dus ....
Ik parkeer ons bakkie dicht bij de 'amenities'; altijd handig. Het is mooi weer en dus gaan we effe een klein wandelingetje over het terrein en langs de kreek maken, goed uitkijkend voor de evt. croc. We kunnen bij onze kampeerplek een kampvuurtje bouwen, dus wordt er meteen ook wat hout gesprokkeld. Nog best sjouwen in die hitte. Er lopen stieren los bij de kreek en dat suggereert weinig croc aanwezigheid, volgens mij, dus kunnen we er wel een paar mooie kiekjes in het late middagzonnetje maken. Het enige andere beest dat we tegenkomen - afgezien van allerlei gevolgelte dat zich goed laat horen - is een dode krab op het pad langs de kreek. Niet het soort wezen dat we hier zouden verwachten.
Als we terugkomen is het tijd voor een biertje, en ... het avondeten. Terwijl we hier voorbereidingen voor treffen, zien we een grote truck met aanhanger - waarop een wat kleinere vrachtwagen - het terrein oprijden. Blijkbaar heeft ie hier wat af te leveren. De enige andere bezoeker is een 'twinbrother' van ons Apollootje. Die heeft zich tegenover ons helemaal aan de andere kant van het terrein gepositioneerd. Ondertussen wordt het alweer donker en terwijl de sterren zich langzaamaan weer beginnen te vertonen, maak ik een kampvuurtje. Onder het genot van beide lichtbronnen - waarbij de een niet zó veel lichtvervuiling geeft dat de ander niet meer zichtbaar is - nuttigen we ons maal.

Dinsdag 15 mei
Vandaag rijden we van Moreton Telegraph station in 1 ruk helemaal naar Lakeland, waar we ongeveer om 18.30 uur aankomen. Het is een lange rit en hier en daar toch redelijk gevaarlijk vanwege het losse zand. Af en toe voel je de wielen hun eigen weg gaan en is het effe inhouden geblazen. Het is dus een kwestie van geconcentreerd blijven rijden; best vermoeiend.
Net voor de afslag naar Weipa en dus het punt waar de (gewone) Telegraph Road overgaat in de PDR (Peninsula Developmental Road) komen we weer op het punt waar we op de heenweg onze eerste 'watervuurdoop' hadden. Hoewel de plas nu iets minder lang en waarschijnlijk ook iets minder diep zal zijn, nemen we geen risico en pakken we het korte bypassje om er omheen te rijden. Voor het mooie stukje moeras met de waterlelies dat ter hoogte van 'onze' plas ligt, nemen we wel even de tijd. Er langslopend en kiekjes schietend, zien we ook ineens een leguaan in het water wegschieten en zich zwemmend uit de voeten maken.
Archer River Roadhouse rijden we deze keer voorbij om net voorbij Coen een welverdiende pauze in te lassen. Met de in Laura ingeslagen goedkopere diesel vullen we de tank en daarmee 'verdienen' we geld, nu we niet bij Archer River Roadhouse hebben hoeven te tanken. Omdat de auto wat uit het lood staat lijkt het handmatig tanken niet goed te lukken. Théke verplaatst ons Apollootje daarom een beetje en rijdt daarmee haar eerste en laatste stukje tijdens ons noordelijke reis. Het heeft blijkbaar geholpen, want het legen van de jerrycans gaat een stuk beter (???!!!!).
Verder de weg vervolgend rijden we bijna een slang aan, die ogenschijnlijk roerloos op de rechter weghelft positie had ingenomen. Omdat Théke 'm in het voorbijrijden gemist had, rij ik een eind in z'n achteruit terug, maar het beestje had blijkbaar geen zin op ons te wachten en was dus verdwenen. Leguanen doen dat toch beter, is onze ervaring, want even later - zoals toevalligerwijs ook op de heenweg (remember?) - spotten we een exemplaar midden op de weg. Deze boy laat zich weer prima fotograferen. Thé slaagt er zelfs in om er een filmpje van te maken (handig toch, die digitale camera's van tegenwoordig). Het beest is weer schitterend om te zien. Blijkbaar bezorgen we hem toch enige stress, want hij sist en 'slaat' (op afstand) met zijn rechter voorpoot naar mij als ie wiegelend - maar zeker niet rennend - besluit zich maar weer naar het struikgewas te verplaatsen.
Pffhoe, Lakeland .... we're there. De campinglady ziet ons vanuit de keuken het terrein oprijden en hoewel 'the office' eigenlijk al dicht is, komt ze toch naar buiten en wijst ons alles wat we moeten weten. Het is een stuk winderiger en frisser hier in het zuiden van de Peninsula, ook al zitten we nog altijd in de tropen en in rainforest gebied.

Woensdag 16 mei
Théke was vergeten de wekker te zetten. Tja, dat is haar taak. Maar heel erg vond ik het uitslapen ook weer niet. Ik was gisteren best moe, want hoewel het een lange rit was geweest, wilde ik toch nog effe verder schrijven aan "the story of T&T". En dan wordt het al snel weer later.
Om 10 uur op pad vandaag. Een echt vooropgezet plan hebben we niet, behalve dan dat we richting Undara rijden. We zien wel hoe ver we komen. Na twee uur rijden komen we aan bij the wetlands vlak boven Mareeba. Een mooi gebied, waar we vogels kunnen spotten en wandelingen kunnen maken. Maar, hebben wij weer............ na aankomst om 12:45 uur delen ze ons mee dat het 'park' om 14:00 uur i.p.v. 16:00 sluit. Voor ons te kort om nog wandelingen in het gebied te maken. Dus pakken we maar een bak koffie met een plak carrotcake (wortelcake, erg lekker btw, en goed voor je ogen, jongen!) en spotten we vanuit het half open restaurant een paar nog achtergebleven vogels. Eigenlijk zijn we er ook niet in het goede seizoen, want de meeste vogels zijn alweer naar het warmere noorden vertrokken. The Mareeba Savannah and Wetland Reserve, zoals het officieel heet, herbergt volgens de boeken ooit meer dan 180 soorten, van wie het merendeel trekvogels, die de zomerperiode in deze contreien doorbrengen. De twee die wij nu spotten mogen er zijn. Omdat we vandaag geen track rond het meer kunnen lopen, besluiten we verder te gaan en evt. later in de week terug te komen (dat blijken we achteraf niet meer te doen). De emoe's, waarvoor we eerder redelijk veel moeite moesten doen om op de plaat te krijgen, lopen hier slechts op 2 meter van je vandaan en begroeten je bij het verlaten van kamer 100 (if you catch my drift).
Na een korte stop in Mareeba zelf, waar we een paar flessen wijn kopen - lekker voor bij het avondeten, rijden we over Atherton naar Lake Tinaroo. Het gebied heet Atherton Tableland en is een erg agrarisch heuvellandschap, waar goed aangelegde, maar soms ook smalle weggetjes het land doorkruisen. Het doet hier en daar wat Iers/Engels aan. Als we op Tinaroo Lake Holiday Park geïnstalleerd zijn en al zitten te genieten van ons des middags aangeschafte wijntje, worden we aangesproken door een meneer die blijkbaar alle campingbewoners afgaat. Als we willen, kunnen we vanavond bij het kampvuur in de campkitchen deelnemen aan een maaltijd waarvan de opbrengst bestemd is voor het goede doel. De minimale donatie is $5 p.p. en al het geld gaat naar een stichting die zieke kinderen wat vertier wil aanbieden tijdens hun ziekteperiode. 's Avonds wordt verteld dat ook de ingrediënten voor de 3 verschillende gerechten/stoofpotten van de maaltijd volledig gesponsord worden en daarmee gaat dus 100% van het ingezamelde geld naar het goeie doel. Mooi dat mensen zich voor dergelijke zaken inspannen. Wij zijn van de partij. Hoewel het gezelschap 's avonds voornamelijk uit wat ouder publiek bestaat, is het best gezellig. Er wordt weinig onderling uitgewisseld, maar er heerst wel een soort saamhorigheidsgevoel, waarvan ik de oorsprong zoek in het gezamenlijke goeie doel. Gelukkig is het nog net niet zo erg dat we al etende de honger in Afrika proberen te verminderen. Anyways, we verdubbelen de minimale donatie en slaan daarmee 2 vliegen in 1 klap: we hoeven niet zelf te koken en we doen er ook nog iets goeds mee. De postcodeloterij is er niks bij!

Donderdag 17 mei
Tinaroo Lake Holiday Park is een luxe camping en daar hoort laat opstaan bij. En zo geschiede. Théke wil de dag besteden aan wat huishoudelijke zaken en stort zich op het 'cleanen' van de auto en de was. Ik ga als heuse Neanderthaler mijn geluk beproeven in Lake Tinaroo met het uitwerpen van mijn 'handline'. Maar de oever van het meer afstruinend kom ik geen geschikte plek tegen om een vislijntje uit te gooien en dus kom ik na een fikse wandeling, maar zonder viservaring, terug op de camping. Het enige spannende verhaal dat ik voor Thé heb, is dat ik me te pletter schrok toen ik al lopende langs de weg ineens op een halve meter afstand een slang net langs de berm zag liggen. Van schrik schoot ik een meter opzij. Gelukkig kwam er geen auto aan, die me alsnog het ziekenhuis inreed, want van de slang bleek ik achteraf niks te vrezen te hebben. Die had zijn laatste adem allang uitgeblazen. Maar goed, dat had ik zo snel niet gezien.
's Middags, nadat we geluncht hebben, doe ik een nieuwe poging op een stuk van het meer dat dichter bij de camping is. Het resultaat is echter net zo bedroevend als 's morgens, hoewel ik er nu wel toe kom om letterlijk mijn lijntje uit te gooien. Maar i.p.v. vangen, raak ik iets kwijt. Mijn 's morgens nieuw aangeschafte dobbertje vliegt bij een worp onverwoed van de lijn (tja, dat kan blijkbaar bij deze soort) en dus kom ik met minder terug dan ik gegaan ben. Théke is succesvoller in haar beslommeringen en dus oogt de auto een stuk beter en is de was al zo goed als droog als ik enigszins beschaamd en visloos ons kampeerplekje bereik.
Omdat Lake Tinaroo een stuwmeer is, besluiten we met de auto eens te kijken waar die dam dan is. Dat blijkt verrotte dichtbij te zijn. Ietsjes verderop - wat dan al aan de andere kant van het meer is - ga ik een derde vispoging ondernemen, terwijl Thé in de camper aan de kant van de weg met de laptop aan de gang gaat. Tussentijds vindt ze het leuk om foto's te maken van de grote visser en dus worden mijn kunsten digitaal zo nu en dan vastgelegd. Maar ook op deze plek raak ik meer kwijt dan ik vang. De haak blijft haken (tja, waar is zo'n ding anders voor) achter een van de vele rotsen in het water en mijn lood zie ik bij een van mijn majestueuze worpen de vrijheid tegemoet gaan als ie zich jubelend vrij maakt van mijn lijn. Vissen blijkt niet echt mijn sport.
Als ik mijn eigen kunsten helemaal beu ben en gefrustreerd de rotsen omhoog klim naar de weg, waar Thé in Apollootje hoopvol op haar avondmaal zit te wachten, ontwijk ik berouwvol haar ogen. "Zullen we het meer nog effe rondrijden", stel ik ter compensatie voor. Ja dat is goed. Blijkt dat we de eerste 20 kilometers over erg smalle weggetjes met erg dichte begroeiing moeten rijden, terwijl het al donker begint te worden op deze toch al tamelijk grijze dag. Het begint ook nog te regenen en we zijn beiden best wel moe. Nou ja, maar hopen dat de 'rondweg' rond het meer niet al te veel km in totaal is, want daar hebben we geen van tweeën veel zin in. Uiteindelijk kunnen we toch nog genieten van de mooie uitzichten - ondanks, of misschien juist dankzij het regenachtige weer - en zijn we getuige van een erg mooie roodoranje zonsondergang.
's Avonds maak ik een lekkere zalmpasta. Hebben we toch nog vis, ha!

Vrijdag 18 mei
Als we om 09:15 u wegrijden gaan we eerst langs The Peanut Place. Wij rijden over een schitterende binnenweg en door de lage bewolking met een doorschijnend zonnetje (dat is weer eens wat anders dan een doorkijkbloes) hebben we weer fantastische landschappelijke vergezichten. Ik als pinda- en notenverslinder kon deze regio natuurlijk niet verlaten zonder The Peanut Place (zie foto) te bezoeken. Noa, achteraf gezien had dat best gekund, wat het stelde echt geen ene f... voor. Het was een opgepimpt winkeltje met info over de pindaproductie in Ozzieland. Verder had het 'overpriced' merchandise, zoals een potje pindakaas voor $6, onderzetters en muismatten met Peanut Place reclame erop en bv. ook tinnen blikjes om pinda's uit te serveren à $11. We hebben het derhalve maar bij een bak koffie gehouden, die naast erg lekker, zelfs relatief goedkoop was. Wow!
Het werd tijd om Apollootje eens een goeie beurt te geven na al de 'red dust' ontberingen in the northern Peninsula, en dus rijden we 'm in het plaatsje Atherton the carwash in (leuk hè, al dat Engels). Na een spuitbeurt of 4 was ie dan eindelijk schoon - wat normaliter juist niet het geval is natuurlijk - en konden we er weer met goed fatsoen de weg mee op.
Een korte stop bij The China Temple in Atherton maakt duidelijk dat die eigenlijk de stop niet waard was en we karren door naar Herberton Historic Village. Het is ondertussen wat regenachtig weer geworden en luchtijd. Als we na onze boterham met pindakaas - neeeee, niet van The Peanut Place - the historic village in willen, vinden we het de $25 p.p. niet waard. De grap is dat je eigenlijk vanaf de parkeerplaats al de helft van de getoonde oude panden kunt zien, en daarom zien we ook dat de entreeprijs wel erg buitenproportioneel is (nou ja, voor onze begrippen dan). We denken er niet al te veel aan te missen en zetten koers naar Undara. Onderweg maken we een mooie 'Falls tour' langs Millaa, Zillie en Ellinjaa watervallen in een regenachtig, maar mooi heuvellandschap. In dit agrarische gebied (we zitten nog steeds in the Tablelands van Atherton) komen we zelfs Fresian (Friese) koeien tegen, die mooi afsteken tegen de frisgroene door de zon beschenen glooiende weiden. De zon vindt soms gaten in het regenloslatende wolkendek en dat zorgt weer voor schitterende lichteffecten op de omgeving.
In Millaa - een gehucht van niks, maar wel met een prima onderhouden en blijkbaar op toeristen afgestemde nette hoofdstraat - pakken we in een Engels aandoend koffietentje een bakkie leut met een heerlijk dadel/cocosgebakje, dat door de eigenaresse zichtbaar met liefde is klaargemaakt. Ik begin me bijna een bejaarde te voelen, nu ik steeds meer schijn te genieten van koffie met gebak in kneuterige koffiehuisjes. Ik krijg daarbij namelijk altijd associaties met bussen vol met ouden-van-dagen, die rustig vorkje prikkend hun moorkoppen en vruchtenpunten zitten weg te werken, terwijl ze van z'n lang zal ze leven al de genuttigde caloriën die dag er niet meer aflopen. Desalniettemin vinden wij beiden het cakeje niet te versmaden en stappen we als volleerde gepensioneerden even later zonder enig schuldgevoel onze camper weer in. Een kronkelend landweggetje, waar een heuse schoolbuschauffeuse nog even in de achteruit moet om ons te kunnen laten passeren, brengt ons naar Kennedy Highway 1. Met nog een tussenstop bij Millstream Falls (30 m breed) krijgen we het voor elkaar om 1 minuut voor zes bij de receptie van Undara NP resort aan te komen. Het is een grote goed opgezette camping, zoals we van de Ozzies gewend zijn ondertussen. Het is er onverwacht druk, maar dat heeft alles te maken met het feit dat je alleen van hieruit tours kunt regelen voor de Undara Vulcanic Tubes. Eenmaal geïnstalleerd is het ruimschoots tijd voor het avondeten, wat een soort Bonne Femme happie wordt. Tijdens het eten krijgen we ineens bezoek van een walibie aandoend diertje, wat echter hier iets te klein voor lijkt te zijn. Achteraf stellen we vast dat dit absoluut niet schuw exemplaar een rock wallaby (zoals je het in 't Engels schrijft) blijkt te zijn.

  • 28 Mei 2012 - 14:35

    Jessica :

    Ff heerlijk dat reizen, ervaren en beleven samen, wil ook wel weer! X

  • 28 Mei 2012 - 15:29

    Marry.:

    Nu moet ik echt de kaart er even bij pakken.

  • 28 Mei 2012 - 19:08

    Els & Martin:

    Wat een heerlijk verhaal, nu nog het eindverslag!
    Wij gaan er komende weken ook even tussenuit. Zijn de 16e juni weer in NL.
    Wensen jullie een goede terugreis maar vooral ook genieten deze laatste week!

  • 29 Mei 2012 - 05:52

    Matt&André:

    Wat een spannende avonturen allemaal. Heerlijk om te doen hoor. Wij krijgen ook weer de kriebels om te gaan reizen. Iets minder avontuurlijk dan jullie reis. Mooie verhalen hoor ennn lang. Jullie lopen iets achter met schrijven maar wij liepen iets achter met lezen. Geniet er nog van en bedankt voor de verhalen.

  • 29 Mei 2012 - 10:31

    Bruun:

    Ha beste mensen .Wat een geweldig verslag weer .Mooie foto van die blauwe vogel zeg. En dan die foto van "pas op voor loslopende stieren :)
    Fijn dat jullie zo genieten ondanks af en toe een bui'tje. Hier hebben we een paar zomerse dagen achter de rug.
    Op 17 mei de 25-ste Golden Tenloop gehouden met 4000 inschrijvingen (ja ja ). Maarre ......hoe gaat ie met Thea?
    Het zit er bijna op voor jullie ...geniet!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

10us

Me

Actief sinds 15 Maart 2012
Verslag gelezen: 495
Totaal aantal bezoekers 82294

Voorgaande reizen:

08 Januari 2015 - 13 Juli 2015

Werken / leven op Bonaire

27 Maart 2012 - 01 Juni 2012

Down Under for a while

Landen bezocht: