T&T van AS naar Cape York - Reisverslag uit Tilburg, Nederland van 10us Kokx - WaarBenJij.nu T&T van AS naar Cape York - Reisverslag uit Tilburg, Nederland van 10us Kokx - WaarBenJij.nu

T&T van AS naar Cape York

Door: ta10us

Blijf op de hoogte en volg 10us

21 Mei 2012 | Nederland, Tilburg

Luitjes,
It has been a while, maar hieronder volgt een uitgebreide update. Zó lang, dat ie misschien zelfs gaat vervelen. Maar goed, je hoeft 'm ook niet in 1 keer helemaal uit te lezen, ha! Omdat we achter lopen met het schrijven van updates (we lopen 8 dagen achter, en die heb je niet zo maar ingehaald!) loopt deze update tot 12 mei. De rest, tja ... misschien nog net voordat we thuis zijn. We doen ons best!
Hoe issie verder met iedereen? Sinds de laatste update van 4 mei zijn we niet meer online geweest, dus vandaag 21 mei zien we voor de eerste keer weer wat 'rest van de wereld'.
Have fun reading. Later ... !!
Hugs T&T

Zaterdag 28 april
Na the Story...... nu the continuing story of T&T: vanuit Hermannsburg, na het heerlijk eigen gezette kopje koffie, rijden we naar Alice Springs. Eerst nog hadden we een bezoek willen brengen aan Simpson Gap, maar bij aankomst bleek dit om 17:00 uur te sluiten en laten we nu net 5 voor 5 daar aankomen. Tja, dan maar doorkarren naar AS, wat ik (Thea) helemaal niet erg vond. Ik had het wel een beetje gehad, stof, stof en nog eens stof............ dan verdien je wel een lekkere warme douche op een geciviliseerde campground. Ik merk dat ik veel minder kan hebben. Ben niet meer zo avontuurlijk als ik ooit was. Maar dat hoeft ook niet en daarbij, gemak dient de mens! Na aankomst op de camping, die aan een doorgaande weg lag maar toch erg rustig was, hebben we ons eerst op de inkopen gestort. Even naar de supermarkt en de drankwinkel, die beide 300 meter verderop lagen. Wat vers eten en natúúrlijk een lekker biertje...... Ik moest me wel legitimeren en er werd een kopie van mijn rijbewijs gemaakt. Er is een restrictie voor alcohol gebruik, maar die geldt niet voor ons (nog niet tenminste).
Zondag 29 april
We hebben nog 2 dagen in AS, voordat we de vlucht naar Cairns maken. Hoe gaan we die invullen? Er is genoeg te zien, maar aan de andere kant willen we ook weer niet te veel rijden en we moeten ook nog een paar praktische zaken regelen. We kiezen ervoor om vandaag nog wat "sightseeing" te doen en maandag wat dichter bij "huis" te blijven om de praktische zaken af te handelen. We gaan de oostkant van AS bekijken, de "East MacDonnell Ranges", inderdaad de andere kant van AS waar we gisteren reden; de "West MacDonnell Ranges" (hoe verzinnen ze het hè). We wilden na de poging om Palm Valley (westelijk van AS) te zien toch nog een gok wagen aan de oostkant, de N'Dahla Gorge, maar helaas na 200 m hadden we beiden het idee dat dat ook niet ging lukken met ons karretje, dus dan maar weer terug naar de 'road' om weer en route te gaan naar het volgende "must see" plekje. We rijden naar Trephina Gorge, maar niet eerder voordat we een naar "de oudste Gum Tree" van Centraal Australië zijn geweest (wel 300 jaar oud, jaha echt). Trephina Gorge is echt fantastisch, veel mooier dan we hadden bedacht. Alweer zo'n Garden of Eden plekje, een aanvulling op de plekken die we de laatste dagen al meer hebben gezien. Het is een heerlijke wandeling, met allerlei kleuren en geuren................. Wat het ook zo mooi maakt is dat er maar weinig toeristen zijn. Je waant je vaak alleen op de wereld (nou ja,oké, met z'n tweeën dan). Wat zou het hier een paradijs op aarde zijn als ze die vliegen weer naar hun moeder zouden terugsturen. Maar helaas, ook híer luisteren deze kinderen weer niet naar hun moeders, o ja, en vaders. Na de Gorge rijden we naar Corroboree Rock, een prachtig stuk rots ontsproten uit moeder aarde. Bijzonder om te lezen hoe zo'n Rock ontstaat, maar daar gaan we jullie niet mee lastig vallen. We lopen er rustig omheen en vonden het achteraf allebei de moeite waard om hier te stoppen en de rots vanuit verschillende hoeken en met andere lichtvallen te zien. Wonderbaarlijk dat een stuk rots zo'n verscheidenheid aan kleuren en vormen biedt. Bij ons "huisje" terug hoor ik een auto aankomen, twee mensen stappen uit, vragen of we de "Rock Walibies" hebben gezien. "Nee........... die hebben we niet gezien, maar wel deze mooie Rock." Is vast geen goed antwoord, want ze stappen weer in hun auto en laten mij verbouwereerd achter na hun antwoord, "Ooo, just another Rock". Nou ja, dan toch niet, zal mij een zorrugh zijn. Wij gaan in ieder geval, met nog meer foto's op zak, op pad naar de volgende picturesque experience (volgens mister Lonely Planet). Ook dit keer had ie weer gelijk, Emily & Jessie Gaps Nature Park was de moeite waard. Hoewel door onze bezoekjes op de andere plekken het al wat later in de middag was geworden, gaf de zonnestand ons andere plaatjes dan beschreven, maar zeker niet minder "skôn" (op z'n braboos). Time to go and head back to the campsite.
Maandag 30 april
Voor vandaag eerst maar eens een "programma" maken. First things first. We willen vandaag niet met de camper weg, dus eerst maar eens dingen in de omgeving van de camping bekijken die makkelijk te belopen zijn. Zo gezegd, zo gedaan. AS biedt meer dan je van een woestijnstad (want dat is het toch echt) zou verwachten. We kiezen ervoor om eerst naar de "School of the Air" te gaan. Heel bijzonder als je het mij vraagt. Het is een school die maar 120 leerlingen heeft maar wel 1.300.000 km2 bestrijkt. Niet te geloven toch?! De school is ontstaan nadat de Royal Flying Doctor Service zijn intrede had gedaan. De verschillende locaties voor de flying doctors stonden per radio met elkaar in verbinding. Maar diezelfde radio kon natuurlijk ook voor andere doeleinden gebruikt worden, zoals.... inderdaad, het onderwijs. De kinderen in afgelegen gebieden kunnen nog steeds onderwijs genieten zonder daarvoor naar kostschool te moeten. Thuis krijgen ze nu achter de PC i.p.v. achter de radio scholing. Een paar uur per week krijgen ze les van de juffrouw via een internetverbinding (satelliet) en de overige uren krijgen ze bij hun huiswerk ondersteuning van hun ouders of mensen die hiervoor ingehuurd zijn. Het is een kostbare zaak, maar sponsering maakt het mogelijk om deze vorm van onderwijs in stand te houden. Elke twee weken ontvangen de leerlingen nieuw lesmateriaal en wordt hun huiswerk opgehaald. Drie keer per jaar komen de leerlingen naar AS en ontmoeten daar hun "klasgenoten" en de juf. Een heus festijn!
Na dit bezoek zijn we toch maar eerst naar Apollo gegaan. We wilden toch wel graag weten hoe schoon we de camper moesten inleveren. No worries.............. Da's fijn. Eigenlijk gewoon een beetje voor het oog, maar geen grondige schoonmaak, zoals wij hadden verwacht. Dat scheelde weer tijd én energie. Na deze prettige boodschap konden we op ons gemak het centrum van AS te gaan bekijken. Het is niet echt een centrum waar je uren kan ronddolen. Dus na een lekkere lunch in een wat western-achtig aandoende kroeg en wat rondlummelen keren we terug naar de camping om onze spullen in te pakken.
Dinsdag 1 mei
's Ochtends de camper schoongemaakt en ingeleverd. Nadat alle administratieve handelingen zijn verricht vertrekken we rond 11:00 uur per taxi naar de luchthaven. We krijgen van de chauffeur nog wat wijze levenslessen mee, voordat we ons installeren op de luchthaven. We hebben tijd in overvloed, we vertrekken nl. pas om 17:20 uur. Tijd genoeg voor Tinus om nog een stukkie te schrijven voor het thuisfront. Maar, voordat we ons installeren moesten we toch eerst weten of we wel aan het aantal toegestane kilo's voldeden. Nee hoor, niet dat wij zijn aangekomen, maar onze bagage, tja, daar waren we toch niet zo zeker van. Oké, TE VEEL. Wat nu. Nou gewoon het "overgewicht" verplaatsen naar onze handbagage. Vreemd maar waar. We mochten ieder twee stuks handbagage van 7kg bij ons hebben. No worries dus, want dat gaan we echt niet halen!
Nadat we al uren hadden doorgebracht in de vertrekhal, konden we dan toch eindelijk om 15:00 uur inchecken. Gewicht voldeed (hoe is dat nou toch mogelijk), no problems. Na de 'security' is Tinus eerst op het terras aan de achterkant van het gebouw gaan zitten. We moesten ons op een gegeven moment wel verplaatsen naar binnen, richting gate, want het was bijna instaptijd. We kregen de mededeling dat we vertraging hadden. Er was dus weer tijd om verder te gaan met het verhaal. De accu van de PC was leeg; we hadden stroom nodig. Na enig zoekwerk zette Tinus zich "vast" aan een paal, midden in het gangpad. Niet dat hij geketend zat aan die paal hoor, nee, het was een steunpilaren van de hal waar ze stopcontacten in hadden verwerkt, zo midden in het gangpad (logisch toch?!). Tinus had er een stoel bij gepakt en daar zat ie dan, zo midden tussen de "voorbijgangers". Van een afstand was het wel een komisch gezicht. Een passerende medewerker van de luchthaven brabbelde in het voorbijgaan "Haven´t seen this one before". Dat konden we ons ook wel voorstellen. Maar ja het was een noodoplossing, en je moet toch wat om het thuisfront gerust te stellen, nietwaar?!?!
Vanwege vertraging komen we om 21 uur in Cairns aan. Waarom...? Wij niet weten. Tot onze verbazing regende het toen we uit het vliegtuig stapten. Een echte aankomst in de tropen. Met de taxi naar hotel Mercure Harbourside. Een erg kort ritje, met nog net geen motorpech. Op het display van deze wel erg luxe auto verschenen noodkreten van de motor. De chauffeur wist ook niet wat het was, maar een herstart fungeerde blijkbaar als reset en .... no worries, mate! All good&well. De luxe van het hotel was een verademing, na 5 weken camperleven. Hoewel ook dat redelijk snel wende, zelfs voor deze boy. Deze avond hoefde Théke de koelkast niet uit te zetten, omdat ze anders geen oog dicht zou doen vanwege het gebrom. Hoewel, de ogen willen nog wel lukken.... maar de oren!
woensdag 2 mei
Vandaag een aantal zaken geregeld voor de komende dagen, zoals langs Apollo (camperverhuur vanaf 5 mei), dagje great barrier reef en een dagje zeevissen voor Tinus regelen. Voor de rest ... a lazy day. Ook wel eens lekker. Cairns is niet echt bijzonder, wat ons betreft. MAAR Paulus, we hebben wel de 2 bomen op de Esplanada met de kwetterende vogels gezien en gehoord. Het waren echter (deze keer) geen kakatoe-achtigen, maar eerder spreeuwachtigen??! Het is verder best wel warm hier, en vochtiger dus plakkeriger. Maar de airco op de kamer maakt veel goed, zij het dat Théke's oordoppen haar nachtrust dan weer moeten garanderen.
donderdag 3 mei
Om 6 uur loopt de wekker af, want om 07.15 u inchecken voor het boottochtje naar de great barrier reef. We gaan het niet over de prijzen hebben, want die zijn belachelijk. Het is best een eind varen. Het is een mooie boot en de crew is great, maar het koraal ... nou, laten we zeggen, we hebben het wel eens mooier en gevarieerder gezien. Théke is niet zo'n zwemmer en snorkelaar en dus gaat ze onder begeleiding van een crewmember mbv een reddingsboei het water in. Zodoende ziet ze 's morgens toch een deel van de onderwaterwereld. Dat weet ze de dag erop nog, vanwege pijn in d'r armen van het gespannen vastklampen aan de reddingsboei. Maar het water was dan ook wat onstuimig. Ook hebben we een tochtje met een glasbodembootje gemaakt (hoorde bij dezelfde boot), waarmee dus snorkelvrij het rif bekeken kon worden. Ook mooi, zeker met de uitleg erbij. Ikzelf heb nog een grote 'groene' zeeschildpad voorbij zien komen; schitterend. Er was een goeie lunch aan boord en 's middags hebben we, nadat we op een bijna droogvallende zandbank met de speedboot waren afgezet, opnieuw gesnorkeld. Thé hield het deze keer voor gezien, nadat ze na de lunch met mij een poging had gedaan opnieuw het water in te gaan. Maar dat bleek toch niks voor d'r, want ze raakte een beetje in paniek. Mbv een van de crewmembers is ze het water uitgehaald, waarna ze op de boot effe kon bijkomen. 's Avonds bleek ik ernstig verbrand. Een kreeft was er niks bij, maar gelukkig kreeg ik een verkoelende bodylotionapplicatie. Jaja, stom stom stom, I know, te weinig zonnebrand in Ozzieland, hoe dom kun je zijn, maar goed.... geen blaren en geen koorts dus... kwam ik nog goed weg. Ondanks de sunburn, met name burning beentjes, zijn we 's avonds aan de Esplanada (beachpromenade) bij een nogal lawaaierige eettent - Rattle'n'Hum - gaan eten. Blijkbaar een superpopulaire tent, gezien het aantal bezoekers. Echt volle bak. De grap bij deze tent is dat je zelf binnen aan de bar je bestelling moet doen. Je krijgt dan een apparaatje mee - een soort beeper - en zo gauw deze gaat piepen is je eten klaar en kun je het zelf gaan ophalen. Ook de drank moet je zelf gaan halen en, net als het eten, direct afrekenen. Je krijgt een gigantisch bord eten, maar de kwaliteit kan beter. Desalniettemin is deze eet- en drinkschuur blijkbaar mateloos geliefd bij zowel de Ozzies als de toeristen. De slogan van de joint is dan ook 'where Ozzies and tourists flock together'. Apparently the slogan works or has been made up afterwards. Théke voelt zich op een gegeven moment niet echt lekker vanwege de hitte/opvlieger/drukte en lawaai, het tamelijk vette eten en mogelijk ook van alle indrukken van de dag en moet effe verkoeling zoeken in the breeze of the street. Ik zit ondertussen ook tot m'n strot toe dicht en voel dat ik - natuurlijk ook de helft van Thé d'r eten nog genuttigd - zo'n beetje aan mijn misselijkheidsgrens zit. Na een minuutje of 5 komt ze terug. Het is goed dat we nog een klein half uurtje naar het hotel moeten lopen, zodat het eten wat kan zakken. Maar eerlijk gezegd komt het maagzuur omhoog en blijf ik dat tot de volgende dag houden.
vrijdag 4 mei
Vandaag is de grote dag, althans dat zou ie moeten worden. Ik moet vroeg uit de veren, want deze meneer gaat op vissenjacht rond het rif. Vijf uur loopt de wekker af... pfffff, holiday noemen ze dat! Théke gaat niet mee en kan dus lekker uitslapen. Een klein half uurtje wandelen naar de haven. Onderweg kom ik al fanatieke Ozzies tegen, die op de Esplanada aan het wandelen, hardlopen of zelfs al aan het werk zijn. Het is nota bene nog geen 6 uur. Om 06.15 u word ik bij de boot verwacht en ik ben er als eerste. De schipper en z'n maat, die ik gisteren al gezien heb, zijn zelf ook al op het niet al te grote bootje. Uiteindelijk zijn we met een man (vrouw) of 10-12 als we op de afgesproken tijd vertrekken, na een korte intro van de schipper. Het is een lang stuk naar de eerste visplek, maar we kunnen genieten van een mooie zonsopkomst. Het eerste uur breng ik op het bovendek door, waar het wel lekker ruim zit en een koele bries waait, maar door de deining slaat de misselijkheid toch toe en ik vertrek naar het benedendek. Echt veel beter wordt het daar niet en in de kleine benauwde vissersplee probeer ik alsnog de vette Rattle'n'Hum hap van gisteravond kwijt te raken. Alleen de toplaag hiervan blijkt de pylorus nog niet gepasseerd te zijn en neemt, ondanks een kort samenzijn, toch met veel moeite afscheid van me. Och, uiteindelijk wachtte hem eenzelfde afvoergat als waarin hij nu belandt, maar ik ontneem hem nu toch het 'getting there is half the fun'-gevoel, waarvoor ik 'm mijn excuus aanbied. Onder de beroerde omstandigheden is hij genegen deze te aanvaarden en onze wegen scheiden. Eenmaal wat verder op open zee wordt de golfslag er niet minder op en mijn zeeziekte houdt hiermee - ondanks de aanvankelijke opluchting van mijn eerdere scheiding - gelijke tred. De vissen die ik gepland had te vangen, worden in plaats daarvan rijkelijk gevoerd, hoewel rijkelijk .... de maaginhoud had reeds het ruime sop gekozen en het schamele overblijfsel bestaat nog slechts uit groen slijmerig gal, wat zo te voelen anti peristaltisch de pylorus passeert, sneller dan het licht de maag trotseert om vervolgens de slokdarm brandend achter zich te laten. Eenmaal buiten zouden de slierten voor kleurrijk zeewier kunnen doorgaan, ware het niet dat het dan wel verdwaald ziewier zou zijn, aangezien ik in deze contreien dit goedje nog niet had gadegeslagen. Als ik later die middag - het is dan tegen vieren - op de kade door Théke opgewacht word, blijkt het gezegde 'hij kotste zijn ogen uit z'n kop' redelijk op mij van toepassing. Mijn rechter oog blijkt volledig rood doorbloed te zijn, oogt eng, maar is volledig symptoomvrij. De vangst van 1 roodoranje vis, die voor zijn soort onder de maat was en dus teruggegooid moest worden, vormde te weinig compensatie voor een grotendeels beroerde dag aan boord van het vissersbootje. Dit was blijkbaar van mijn gezicht af te lezen ruim voordat ik Théke tot op gespreksafstand was genaderd. Teleurgesteld namen we beiden een $0,30 ice cream cone van de Mac, en Théke vertelde me hoe zij haar dag rustig en relaxt doorgekomen was.
zaterdag 5 mei
Omdat we vandaag de camper voor de komende 20 dagen bij Apollo (in Cairns zelf) gaan ophalen, gaan we redelijk vroeg uit de veren. Dat was dan voorlopig weer het laatste nachtje in een luxe hotelkamer. We pakken alvast onze spullen zodanig in dat we ze gemakkelijk kwijt kunnen in ons nieuwe onderkomen. Er staan wel meer dan 10 tassen en dozen klaar om straks - als we de camper opgehaald hebben bij Apollo - het hotel uit te sjouwen. Het is gewoon een komisch gezicht als we een paar uur later bij het uitchecken inderdaad een volle lift zooi naar beneden transporteren. De camper hier in Cairns blijkt overigens wederom een upgrade, d.w.z. de auto heeft pas 12.000 km op de teller en ziet er echt picobello uit. In Alice Springs kregen we bij het inleveren uiteindelijk $100 reductie vanwege de 'problemen' die we met de vorige kar hadden. Toch een mooi gebaar. Nu dus een bijna nieuwe bak, maar wat ons wél tegenvalt is de mededeling dat de wegen naar het noorden niet open zijn. Dat betekent op dit moment geen toestemming om naar Cape York te rijden. Balen, want dát was ons doel én de reden waarom we de trip (achteraf gezien op alle fronten maar goed ook) een maand uitgesteld hadden! Uiteraard kunnen de omstandigheden veranderen en de wegen alsnog vrijgegeven worden, maar vooralsnog zijn we enigszins teleurgesteld. Maar goed, Apollo heeft het weer ook niet in zijn macht, dus kunnen we 't hen slecht kwalijk nemen.
Nadat we uit het hotel zijn uitgecheckt en alle dozen en tassen in ons z.g.a.n. vehikel zijn gedeponeerd, gaan we eerst gigantisch inslaan voor de komende weken. We hebben gemerkt dat zaken onderweg aardig in de papieren kunnen lopen als je geen gewone supermarkten tegenkomt, en dus heeft Théke een boodschappenlijst gemaakt. Die moet ervoor zorgen dat we de komende weken niks tekort komen, want we verwachten dat de kans op het scoren in 'keten'supermarkten hogerop in het noorden kleiner wordt. We delen de boodschappenlijst in tweeën en gaan op zoek naar onze eigen helft artikelen. Een uurtje later lopen we met een overvolle winkelkar door de bloedhete straat van Cairns naar ons 'Apollootje'. De aflopende weg en het daardoor steeds zijdelings wegrollende 'kruideniersgevaarte' kost in deze hitte een ongewenste extra inspanning, maar ... we slagen erin de kar rustig naast de camper te parkeren en alles in de achtercabine te dumpen, alwaar ondertussen een al meer dan tropische temperatuur heerst. Voordat we de stad verlaten moet uiteraard ook nog een voorraadje bier en wijn ingeslagen worden. Met twee 30-can packs Victoria Bitter en 3 flessen wijn en $123 lichter verlaat ik de drankwinkel. Dat kostbare vocht vindt nog een plekje in onze steeds zwaarder wordende vierwieler. Théke, zijnde de vrouw des huizes en dus de meest praktische van het stel, ontfermt zich over de verdeling van de spullen en gaat tijdens dit proces bijna van d'r graat, vanwege de onmenselijke hitte.
Als we om 12.15 u wegrijden uit Cairns moeten we alleen onze jerrycans nog vullen met (hier nog redelijk goedkope) diesel en we stoppen bij een winkelcentrum annex benzinepomp, waar we behalve de broodnodige 'pitamientjes' voor ons 'Apollootje' ook de inmiddels door ons geapprecieerde V8 drank inslaan. Een portie van dit goedje per dag staat volgens het etiket garant voor de ADH fruit en groenten; what more can you ask for?
Het doel vandaag is Daintree NP. De weg leidt langs de kust. Het is prachtig weer en we hebben mooie vergezichten over South Pacific Ocean. Bij Rex lookout stoppen we om een paar mooie shots te nemen. Blijkbaar kun je op deze plek skydiven, want er worden 2 deltavliegers opgebouwd en een Japans stel lijkt aanstalten te maken met Australische begeleiders van de helling af te 'luchtglijden'. Volgens beschrijvingen is het plaatsje Port Douglas, op de tip van een schiereilandje gelegen, wel de moeite waard om te bezoeken en dus nemen we de afslag om hier een kijkje te nemen. De weg ernaartoe is inderdaad de moeite waard (hoewel gecultiveerd), maar het plaatsje zelf is op dit moment niet spectaculair te noemen, tenzij je van een wat toeristische plaats houdt en strandvakanties.
De weg verder noordwaarts kenmerkt zich door wat landelijke taferelen, met hier en daar suikerrietplantages. We passeren Mossman en rijden vervolgens naar het plaatsje Daintree, waar volgens de beschrijvingen niet veel te doen is. Dat blijkt te kloppen als we in eerste instantie er toch effe doorheen rijden om te zien of we al dan niet daar zullen overnachten. We besluiten - na een korte toer door het gehuchtje - dit niet te doen en rijden terug naar de afslag die leidt naar the Daintree River Ferry. Voor deze erg korte overtocht over de rivier is voor het water een heus loket gebouwd, waar een jonge dame ons ietwat ongelovig het 'one way' ticket à $12,50 verkoopt met de veelzeggende begroeting "See you later". Wij interpreteren die groet als een voorspelling. The Bloomfield Track, een door ons geplande 4WD road van Cape Tribulation richting Cooktown, waarvan het op dit moment maar de vraag is of ie open en door ons 'Apollootje' te nemen is, kan haar veronderstelde vooruitblik doen uitkomen. Als we nl. de Bloomfield Track niet (kunnen) nemen, moeten we dezelfde weg terug om via een inlandse route alsnog Cooktown te bereiken. Ondanks de young lady's insinuering van een foute keus, nemen we toch het risico iets meer te moeten betalen als we alsnog blijken terug te moeten. Dat risico bedraagt overigens slecht een luttele $2 , de prijs voor een halve bak koffie.
We belanden uiteindelijk op een wat schamel uitziende camping achter een benzinepompstation, wat achteraf Rainforest Village campground blijkt te zijn. Niemand aanwezig, benzinepomp dicht, dus morgen maar bekijken wat we aan wie moeten betalen. De 'aminities'(wc/douche) zijn niet van hoogstaande kwaliteit, maar ze voldoen voor nu, en ... we hebben een mooie maanbeschenen campsite. Op deze eerste avond, na de luxe van Cairns, trakteren we ons op een zelfbereid diner van gewokte groenten met gehakt en rijst... mmmm. Onze eigen kooksels/baksels/prutjes zijn best te happen, al zeg ik het zelf. Maar gelukkig wordt dit bevestigd door Thé, die de 'uit eten gerechten' tot op heden - op 1 uitzondering na - eigenlijk allemaal vond tegenvallen (ik niet overigens!).
zondag 6 mei
Théke betaalt de dame van de campsite en het benzinestation, die maar amper in de gaten bleek te hebben dat er gasten van haar terrein afreden. We besluiten de beschreven Jindalba boardwalk (700 m) en de rainforest track 2,7 km in de buurt te gaan lopen. De boardwalk (vrij vertaald: wandeling over loopplanken) is mooi aangelegd en gaat letterlijk door een klein stukje regenwoud, waarbij ze bij de aanleg zo zuinig op het bos zijn geweest dat er daadwerkelijk gaten in de planken gezaagd zijn daar waar er bomen stonden. Daarmee is kap van deze bomen dus voorkomen. Een techniek die we ook op andere plaatsen in Australië tegenkomen. Op deze korte wandeling maken we uiteraard de nodige foto's. Maar dit blijkt nog maar een fractie van de foto's die we even later schieten, als we de 2,7 km track door het regenwoud lopen over een wel goed aangegeven, maar blijkbaar niet al te veel gelopen en dus regelmatig enigszins overgroeid pad. De weelderige begroeiing, de variëteit, de watertjes en de bijzondere lichtval zijn een lust voor amateurfotografen als wij. We doen dus ook meer dan 2,5 uur over deze slechts 2,7 km, hoewel ik er ter onze verdediging bij moet zeggen dat hij hier en daar wel wat moeilijker begaanbaar was vanwege steile klimmetjes en/of dichte begroeiing.
Het Daintree Discovery Centre, wat slechts een paar km terug op de weg ligt, staat eigenlijk beschreven als een must see en dus .... gaan we hem zien. Eerlijk is eerlijk, het centrum is uitermate goed en mooi opgezet: boardwalk op hoogte langs de bomen van een stuk regenwoud, erg veel onsite information op die boardwalk, een audioguide en een toren die op elke verdieping via de audioguide informatie verschaft over het leven op die hoogte van het regenwoud. Op de bovenste verdieping heb je een mooi uitzicht op het omringende bos en kijk je letterlijk op ooghoogte in de boomtoppen van ernaast staande woudgiganten. Maar.... het is te veel info na de zeer enerverende bijna 3 uur durende self guided wandelingen door het regenwoud, en dus is de $32 p.p. voor het uurtje wat wij er vervolgens spendeerden wel errrrug veel geld.
The Bloomfield track, jaja, die willen/moeten we nog rijden. Issie open, issie te rijden, waar begint ie eigenlijk precies? We rijden een paar km noordwaarts naar Cape Tribulation - niet meer dan een paar gebouwtjes, een vleermuis- en een slangencentrum en een restaurant/bar - om er vervolgens achter te komen dat het infocentre waar wij onze track-info vandaan willen halen, om 16 u - net als we arriveren - dicht is. De track begint net na dit centre en we besluiten om alvast een kijkje te nemen hoe deze befaamde 4WD weg er uitziet. Hij oogt vooralsnog wel pittig, maar zeker niet ondoenlijk, voor zover wij hem nu kunnen beoordelen. Het is al eind van de middag en we rijden een stukje terug naar de Cape Tribulation Camping om er vervolgens een nachtje te vertoeven. Het is een erge laidback 'toko', waar het overigens druk is (lang weekend vanwege nationale (?) feestdag), maar wel gezellig. Als we inchecken blijkt ook hier weer een Nederlandse achter de balie te zitten, die er naar eigen zeggen sinds afgelopen november vertoeft. Omdat het infocentre in het 'dorpje' al dicht was, vragen we hier of met onze 4WD de route te doen is. A local guy wordt erbij gehaald om onze van up-to-date info te voorzien. Zijn verhaal klinkt heel geloofwaardig, vooral ook omdat we sterk de indruk krijgen dat ie weet waar ie het over heeft. Hij blijkt regelmatig de weg zelf te rijden en zegt dat ie in 2 uur (met zijn auto en zijn rij-ervaring, vullen wij maar effe zelf aan) naar Cooktown rijdt. Volgens hem is de weg op dit moment makkelijk te doen met ons 4WD 'Apollootje', als je uiteraard maar rustig en defensief rijdt. De road conditions zijn goed, dus geen te gekke fratsen onderweg. De weersveruitzichten zijn daarnaast ook nog eens goed voor de komende dagen, dus ook daar geen probleem. We krijgen steeds meer het idee dat het thuisbedachte avontuur - het rijden van deze weg - gerealiseerd gaat worden. Maar zowel ikzelf als Thé zijn er toch wat gespannen onder, zo blijkt vooral de volgende dag als we'm daadwerkelijk gaan rijden. Maar vandaag nemen we eerst een kijkje op het mooie strand; er blijken duizenden kleine krabbetjes hun holletjes in het drooggevallen, maar toch nog natte zand te maken. Het is een mooi gezicht hoe ze met honderden tegelijk van je af lopen. Omdat er blijkbaar in de buurt de laatste dagen een croc (krokodil) gespot is, houden we de wandeling kort (en overzichtelijk). Eenmaal terug maken we voor ons avondeten dankbaar gebruik van alle 'luxe' campingfaciliteiten die de plek te bieden heeft. 's Avonds blijkt in de bar een wat flowerpowerachtige zanger een live optreden te verzorgen, van wie we tot een uurtje of tien mogen 'genieten'. We carry our own beer, so we don't spend our money at the probably terribly expensive bar. We besluiten wel - voor ons vertrek morgen naar Cooktown - nog een boottochtje te doen om wat krokodillen te spotten in een nabijgelegen rivier. De timing hiervan is perfect, want het is van half twaalf tot ongeveer half een. Dat betekent dat we rond een uur bij de start van de Bloomfield track zijn. Het is dan laagtij, wat gunstig is voor kreekoversteekjes, omdat het water dan lager staat. We'll see.
maandag 7 mei
Een rustig begin van de dag, want om half twaalf pas bij het oppikpunt voor het krokodillenboottochtje, wat slechts 20 minuten rijden is. We rijden wat eerder weg, zodat we ter plekke ook nog wat rond kunnen kijken. Net als we arriveren komt onze 'tourguide' aanlopen. Hij schijnt dit werk al 25 jaar te doen en nu wil hij het 'bedrijfje' verkopen, omdat zijn vrouw naar Cairns wil verhuizen, vertelt ie later op de boot. We zitten met een man of 8 in het toch nog wat groter bootje dan ik verwacht had en varen rustig vanaf ongeveer het strand de monding van een riviertje op. Hij spot al meteen een krokodil op de andere oever. Hij kent deze beesten al jaren en omdat die beesten ondertussen ook aan hem en zijn boot gewend zijn geraakt, blijven ze meestal rustig op de oever of in het water liggen als hij op afstand voorbij komt. Toch is er een ook een nieuw exemplaar te bewonderen. Het is een mannetje dat pas sinds kort deze oevers heeft betrokken. Deze is daarom nog wat schuwer, maar wel de grootste jongen van het stel. Volgens onze 'crocman' blijven vrouwtjes vaak op dezelfde stek en hebben dan ongeveer een kilometer eigen territorium langs de oevers. Mannetjes trekken meer rond op zoek naar vrouwtjes, voor wie ze dan uiteraard weer moeten knokken met andere mannetjes die hun harem niet zomaar willen delen. Want eenmaal een harem gevonden maakt dat ook mannetjes wat honkvaster worden. Ik heb het hier over zoutwater krokodillen, die weer geheel anders zijn (ook gevaarlijker voor de mens) dan zoetwater krokodillen. Het tochtje is rustig en informatief, maar heeft verder veel van een bejaardenuitje: kalm aan en niet te veel drukte. Maar ... je ziet de beestjes wel in hun eigen habitat en dat maakt het dan weer anders dan de Beekse Bergen. Als we na het gebeuren weer teruglopen naar de auto blijkt dat Théke en onze crocman precies in dezelfde periode - september '88 - in Peru hebben gezeten en zelfs dezelfde mensen daar ontmoet hebben. Maar zijzelf kennen elkaar daar niet van. Het verhaal van de destijds 2 vermoorde Zweedse meisjes (die ze ook beiden kenden) is voor hen een duidelijk herkennningspunt in tijd en plaats. De wereld is maar klein.
Om nou te zeggen dat we beiden helemaal ontspannen aan de Bloomfield track beginnen is ook weer wat overdreven. Je weet eigenlijk niet waar je aan begint en dat maar het avontuur uiteraard spannend; daar doe je't ook voor. Maar na, zoals gezegd, het erg rustgevende croctochtje - wat dus eigenlijk heel goed was voor ons - rijden we met gepaste opwinding net na Cape Tribulation de eerste meters van de Bloomfield Track op. Slechts na een paar kilometer komt onze eerste vuurdoop - of beter gezegd waterdoop. Een groepsreis truck(bus) is net voor de oversteek van een 'Creek' (kreek) links op de oever gaan staan en de deelnemers stappen uit om van de natuurlijke omgeving te gaan genieten. Het ziet er inderdaad echt idyllisch uit, maar ... wij moeten door het water naar de overkant. Alrighty, die truck stopt er voor en wij moeten er dus door, zo lijken wij beiden te denken. Nog wat onwennig zet ik de Apollo in de low gear 4WD modus en ... psssssshgrrrrrmmm, als een heuse Daktari dokter verplaats ik het vehikel naar de andere oever, nou ja, naar het andere weggedeelte, want de weg is slechts ondergelopen en dus hoef ik niet letterlijk 'oevertje te klimmen'. Dat zou in dit stadium iets te veel gevraagd zijn. Na deze proeve van bekwaamheid, die Thé zowat een onnatuurlijke opvlieger bezorgt, rijden we slingerend, dalend en klimmend door het regenwoud, dat zelfs bij het prachtige weer dat we hebben soms redelijk donker oogt vanwege de dichte begroeiing. Zo dicht zelfs dat we - ook al rijden we op stukken zowat pal langs het strand - de zee niet of nauwelijks kunnen zien. Verbazingwekkend genoeg zitten er op deze weg ook stukken waar betonplaten gelegd zijn, wat wel handig is gezien de omstandigheden. Hoewel, ... een kleine inschattingsfout van deze jongen maakt dat we een wel erg steile helling in de derde versnelling - van weliswaar de 4WD modus, maar in high gear - nemen, wat resulteert in het steeds verder teruglopen van de snelheid met als onvermijdelijk effect een complete stop rechts (ipv links!!!) op de weg net voor een bocht. In deze toch al tropische hitte hebben we eigenlijk geen behoefte aan transpiratieverhogende perikelen, maar 'de loop der dingen' heeft daar blijkbaar geen boodschap aan. Shit, ik had dit heuveltje toch in low gear 4WD 2e versnelling moeten nemen, concludeert mijn rationele brein, terwijl mijn emo-brein bezig is zich uit deze benarde positie te 'ontvoelen'. De Bloomfield Track is gelukkig niet de A2 en dus valt het verkeer errrrg mee, behalve dan dat er natuurlijk net een dikke 4WD bak door de bocht voor ons verschijnt. Die komt net over de top van een heuvel en heeft gelukkig niet al te veel vaart als ie ons kwaad en vol onbegrip rechts! passeert. Ons Apollootje is ondertussen afgeslagen en door mij op de handrem getrokken. Ik besef dat er een ultieme hellingproef van mij geëist gaat worden. Gelukkig weet ik mij gesterkt door de gedachte dat dat altijd een van mijn betere 'bijzondere verrichtingen' was ten tijde van mijn rijlessen, en dus zet ik ons bakkie vol vertrouwen - maar toch ietwat gestresst - nu in de low gear 4WD modus. Ik laat de koppeling rustig opkomen, terwijl ik 'm gelijktijdig van de handrem afhaal. Gedoseerd geef ik gas en hoewel we beiden door de hellingsgraad zwaar tegen onze rugleuning worden gedrukt komt Apollootje op gang en trekt ons het heuveltje over.
Bij Wujal Wujal - een Aboriginalgemeenschap, waar alcohol ten strengste verboden is - nemen we een korte afslag naar de Bloomfield Falls. Een mooi pauzemoment op wederom een idyllische plek, waar onze camera's uiteraard weer aan de slag moeten.
We rijden door naar Ayton en zijn verrast door de vele kilometers asfalt die voor en na dit plaatsje zijn aangelegd. Net voordat de Bloomfield Track na Ayton overgaat in de Bicentennial Track staat er een groot bord langs de weg met een tekst in de strekking van 'last chance to keep your wife satisfied - buy her an icecream here - remember, you still have a long road ahead'. Ik neem het risico en rij door zonder Thé te verblijden met een ijsje. De Bicentennial Track is een makkie. We komen nog een paar verdwaalde walibies tegen alvorens we op een T-splitsing rechtsaf slaan, om vervolgens op een sealed road naar Cooktown te karren. In Cooktown zelf strijken we neer op een Big4 camping: Cooktown Holiday Park. Een perfecte camping, waar we 2 overnachtingen boeken.
dinsdag 8 mei
In Hopevale moeten we effe stoppen om een permit à $10 te regelen om naar coloured sand beach bij Elim te gaan. Het is een bloedhete mooie dag en de weg ernaartoe is 4WD waardig, maar niet echt moeilijk te rijden. We komen alles bij elkaar heen en terug 3 auto's tegen op deze zandweg, die regelmatig een wat ander landschap voorbij laat komen. In Ozzieland is getting there MORE than half the fun, als je't mij vraagt! Als we uiteindelijk op de plaats van bestemming komen, moeten we eerst een wat vervaarlijk uitziende plas trotseren om überhaupt het strand te bereiken. Théke is er niet helemaal gerust op om door het mulle waterige strandzand te karren, maar we riskeren het. We rijden een paar honderd meter, totdat we op wat droger strand komen. Het zicht op dit strand en de zee is zonder meer schitterend: Pall Mall export zou er destijds mooie reclames hebben kunnen opnemen. Omdat we niet weten hoeveel tijd we hebben tot het vloed wordt, nemen we maar geen risico en besluiten we om ons onderkomen op wielen eerst maar weer naar het beginpunt terug te rijden, alvorens wat rond te gaan lopen. Dat betekent het bakkie eerst zien te draaien op het niet als te brede (althans droog ogende) strand. Thé zal mijn manoeuvre van buitenaf begeleiden en roept ineens 'stop!' als ik - achteruitrijdend de draai makend - met m'n achterwielen 10-15 cm in het zand wegspin. Ondertussen sta ik dus mijn eerste 90 graden al gedraaid en hoef alleen dezelfde hoek nog maar 'voorwaarts' te maken om mijn 180 graden te completeren. Dat gaat in z'n 4WD wondergoed, en Thé stapt weer in om het ritje door het nog steeds net zo natte mulle zand weer terug te rijden en slaakt bij het verlaten van het strand een zucht van verlichting. Als we Apollootje parkeren om wat langs het strand te gaan lopen, wordt ons wandelenthousiasme enigszins teniet gedaan door alweer een bord met 'Warning! Crocs inhabit this area. Attacks may cause injury and death'. Aangezien het strand begrensd wordt door bomen met laaghangende takken, zijn er dus veel moeilijk zichtbare schuilplekken voor een rustend en misschien ook wel hongerig prehistorisch schepsel. Daarnaast beweegt dit beest zich waarschijnlijk stukken sneller over het mulle zand dan wij en dus besluiten we onder deze omstandigheden de Peter Stuyvesant setting (of was het nou Pall Mall export?) na slechts enkele tientallen meters te verlaten. We lopen de andere kant op, waar onze auto staat, en gaan dat gedeelte, wat een stuk verder van het strand ligt, dan maar bekijken. Elim, zoals deze plaats heet, lijkt een nederzettinkje geweest te zijn. De verlaten merendeels uit golfplaten opgetrokken panden - die nog vol met oude roestende spullen staan - laten een ghosttown-achtige sfeer achter, waarbij het lijkt alsof iedereen in de haast is vertrokken. In deze erg natuurlijke omgeving van tropisch strand en begroeiing valt mijn oog op een erg gekleurde bloem. Die blijkt echter van plastic te zijn en schijnbaar bedoeld als verfraaiing van een voor een van de huizen staande palen. Het begint bijna Hitchcock-achtige sferen te krijgen hier. Na een tijdje rondgekeken en Alfred zelf niet gevonden te hebben, houden we 't hier voor gezien en aanvaarden de weg terug naar Cooktown. Maar eerst nemen we nog de afslag richting Lakefield NP om de op de heenweg al aangekondigde Isabella Falls te gaan bewonderen. Die zouden maar 6 km van de afslag moeten zijn, maar na al meer dan 8 km gereden te hebben, zien we nog steeds geen Isabella Falls. Omkeren dan maar, en ... jawel hoor, het eerder overgestoken water over betonplaten blijkt iets verder van de weg gelegen watervalletjes te laten zien - de Isabella Falls. Niet groot, maar eigenlijk wel de zoveelste idyllische plek.
Eenmaal terug in Cooktown bestijgen we eerst Grass Hill, de blijkbaar befaamde heuvel vanaf waar captain Cook eind negentiende eeuw zijn route voor zijn schip uitzette door allerlei moeilijke vaargeulen en zandbanken in kaart te brengen. Tevens staat er een oude vuurtoren en heb je er een schitterend uitzicht op Cooktown zelf en de omgeving; zeker op het moment waarop wij er arriveren, nl. bij een late middagzon. Overigens is de vuurtoren en de plek zelf (de top van de heuvel met alle info plaquettes en het uitkijkpunt) behouden gebleven, omdat mensen uit de omgeving zich hard maakten voor het behoud van dit stukje geschiedenis. Zij riepen anderen op hun initiatief te sponsoren. Dat schijnt erg veel media-aandacht gekregen te hebben, waardoor het ook gelukt is om veel sponsors te krijgen. Die sponsors staan allemaal met naam in plaquettes in de vloer rondom het uitkijkpunt genoemd. Wat verder erg komisch was aan de steile weg van de parkeerplaats naar de top van de heuvel, was het feit dat deze aangegeven stond als wheelchairaccessable -- rolstoeltoegankelijk. Humor van de bovenste plank als je't mij vraagt, want de helling was maar amper te lopen ... zo steil, laat staan te berijden door/met een rolstoel. Overigens waren er wel weer fanatieke Ozzies die de heuvel van onder tot boven in snel tempo of zelfs joggend liepen. Dat is dan weer bewonderenswaardig!
Charlotte street, zeg maar de hoofdweg van Cooktown, kent allerlei monumentjes die vooral o.a. met captain Cook en het Britse koningshuis van doen hebben. De straat voor een gedeelte doorgelopen, een paar shotjes genomen en toen voor het avondeten naar onze Big 4 camping gegaan. De zelfgemaakte uitsmijter, met kaas en ui, ging er wel in. Toen Théke tegen me zei dat ze de Ozzie kaas nauwelijks proefde, gaf ik aan dat mijn smaakpapillen 'm helemaal niet waarnamen. Dat bleek effe later ook te kloppen, toen ik mijn eigen plak kaas nog ingepakt op het aanrecht tegenkwam!
woensdag 9 mei
We vertrekken uit Cooktown en rijden richting Lakeland en Laura, het startpunt van de weg naar het noorden, ons feitelijke doel voor dit tweede deel van onze 4WD toer Down Under. Tot Laura hebben we een asfaltweg, waar veel haviken rondvliegen, die zich tegoed doen aan o.a. de dode kangoeroe's die we (te) veel langs de kant van de weg zien liggen. Het is heet weer en het gebied dat we doorkruisen is agrarisch; veel koeien, maar o.a. ook velden met suikkerriet. Tussen Lakeland en Laura stoppen we bij een 'cultural site'; een korte (300 m) redelijk steile wandeling naar Split Rock (ja, zelfs die kunnen gespleten zijn), waar Aboriginal rotsschilderingen van 14000 jaar oud te vinden zijn. Mooie cultuur in een skône omgeving. Bij het begin van de wandeling staat een 'honesty-box', waar gevraagd wordt een bijdrage voor het onderhouden van deze plek/wandelroute te storten à $5 p.p. Dat doen we natuurlijk netjes.
Bij Laura is het tijd om te tanken. Vanaf hier zal de diesel wel weer schrikbarend duurder worden en dus vullen we hier ook onze jerrycans. Thé wil hier ook per se dat we de officiële toestemming vragen om door te rijden naar het noorden, wat geheel terecht is. Want hebben we die toestemming niet en komen we hogerop met stukken te staan dan zijn we zwaar nat (in het regenwoud!). Onze mobieltjes weigeren dienst en dus loop ik terug naar het benzinestation om te vragen of ik daar de telefoon kan gebruiken. Het nummer dat ik moet bellen is toll free (gratis), dus dat kan het probleem niet zijn. Het tankstation lijkt 'gerund' te worden door 2 jonge grieten, die duidelijk geen Australische afkomst hebben, blijkens hun Engels. Het lijkt erop dat ze hier op een of andere manier gestrand zijn en met weinig enthousiasme dit baantje hebben aangenomen om in hun levensonderhoud te voorzien. Maar .... dat is allemaal speculatie, want ik vraag slechts om het gebruik van de telefoon en niet naar de achtergrond van hun verblijf alhier. Natuurlijk kan ik die gebruiken, en nadat ik 'on hold' wordt gezet door de instantie van wie ik toestemming probeer te verkrijgen, vraagt de tankstationdame of het okay is dat ze weer naar achteren vertrekt en of ik de telefoon na gebruik wil terugleggen. Zonder blikken of blozen word ik dus alleen in de 'tankshop' achtergelaten, met een achteloosheid die m.i. alleen gevoed kan zijn door de ervaring van goudeerlijke klanten. Overigens werd ik 10 minuten eerder, toen ik de diesel ging afrekenen, gevraagd hoeveel dat het was, zonder dat er ook maar enige neiging tot checken van het bedrag op de pomp bestond. Voor degenen die dit niet begrijpt; op oude en/of afgelegen tankstations is er geen aflezing van het tankbedrag in het station zelf mogelijk, dus moet je het zelf aangeven of moet de tankstationhouder zelf naar buiten om het af te lezen. Anyway, na een aantal minuten in de wacht te hebben gezeten, kan ik een behulpzame dame aan de andere kant van de lijn mijn verzoek duidelijk maken: "We like to go up north to Cape York and we want permission to do so. As far as we know, the roads are open at the moment". De dame stelt nog enkele aanvullende vragen en ik hoor ze digitaal naar de juiste info zoeken. Na een minuutje krijgen we toestemming en dus zijn we vrij om te gaan. Nog wel het advies om op de verschillende stukken steeds even met de lokale bewoners en/of politie kort te sluiten of de wegen op dat moment nog steeds open zijn. Ik vraag nog naar de weersverwachting en die blijkt gunstig te zijn; no major problems expected, maar wel 'showers' wat verderop in de week. "Should be no problem".
Onze eerste stop is bij Musgrave roadhouse, alwaar zowaar een heuse landingsbaan ligt. We drinken een zelfgetapte oploskofffie (wel lekker) en karren daarna naar Coen (spreek uit Coën, want Coen werd eerder gebruikt om de Aboriginals in die contreien aan te duiden, en volgens een dame van het culturele centrum aldaar was dat niet echt een koosnaampje). We overnachten op een campsite, die niet toeristisch is, maar meer bedoeld is als overnachtingsplaats voor wegwerkers, zo lijkt het. Er zijn een soort motelachtige kamers te huur, maar je kunt ook in je eigen camper / caravan of tent neerstrijken - zoals wij. Ondanks het feit dat we op een powered site staan hebben we geen stroom, want onze stekker past niet in het stopcontact van de contactdoos die op het terrein staat. No worries, want onze accu levert nog genoeg energie voor licht en koelkast, en de laptop is nog redelijk opgeladen. Wat wel opgeladen moet worden zijn we zelf en dus gaan we na het eten, afwassen en douchen gestrekt. Ondanks de verwachting dat we 's nachts erge dorst zouden krijgen, bleef dit uit. Ik had nl. pindasoep gemaakt en voor de eerste keer deze vakantie was mijn eten mislukt. Omdat we nog zoute pinda's hadden, wilde ik het restant daarvan ook in het gerecht verwerken en dus kieperde ik de zak ineens de pan in met als resultaat dat er ook een lading zout meekwam. Het qua ingrediënten verder prima soepie was daardoor echter niet meer te eten, zo zout. Zelfs na enige homeopatische verdunningen sprongen de smaakpapillen van schrik nog uit hun omlijsting, maar bij gebrek aan energie om nog iets anders te maken hebben we de soep toch maar genuttigd. De soep wordt nooit zo heet gegeten als ie wordt opgediend, maar in ons geval wel zo zout.
donderdag 10 mei
Als ik met Apollootje de steile helling terug oprijd die gisteren toegang tot het campingveld verschafte, legt Thé digitaal vast hoe ik dit zonder problemen klaarspeel. Haar inschatting van de hellingsgraad was blijkbaar anders dan ie in de praktijk bleek te zijn. Anyway, eenmaal boven (slechts een meterje of 10 helling!) vraag ik aan de dames van de schoonmaak waar ik de manager kan vinden, want we moeten nog betalen. De manager blijkt een van de dames zelf te zijn en met het luttele bedrag van $10 stelt zij zich tevreden. Voordat we verder richting noorden rijden check ik bij the police station hoe de roadconditions en the weatherforcast zijn. Die blijken beide dermate goed dat het een 'no worries' oplevert. Mooi, karren maar dus!
Een paar km na Coen zien we aan de kant van de weg een uitgebrande (en al deels verroeste)truck staan. Ook al lijkt het ramptoerisme, ik maak er toch een kodakmoment van. Een kleine km later komen we een zgn. quarantine station tegen, waar we wat verbaasd naar kijken, maar wel gewoon langs rijden. Op de terugweg een paar dagen later doet een dame ons op dit punt echter voor een slagboom stoppen met de vraag of we fruit bij ons hebben uit het noorden. Het enige wat we bij ons hebben is een granny smith die we vanuit het zuiden al meegenomen hadden, niet gegeten hebben en dus ook weer mee terug naar het zuiden willen nemen. Ze vraagt of ze deze mag zien en na een grondige inspectie krijgen we hem terug en ze wenst ons een prettig vervolg van de reis. Vreemde vogels, die Ozzies (en errrrrug bang voor ongewenste ziekteverwekkers en/of niet oorspronkelijke gewassen vanuit andere regio's). Vanaf hier is de weg weer onverhard en het beeld langs de weg laat een wat opener begroeiing zien (savannah woodland) met erg veel termietenheuvels. Die zien we trouwens sowieso errrrug veel langs bijna de gehele weg naar het noorden, behalve op die stukken waar de het regenwoud zich letterlijk opdringt aan de weg. Bij Archer River Roadhouse - dik over de helft van het totaal af te leggen km vanaf Cairns - wordt het tijd om te tanken. Yep, best wel weer ver van de bewoonde wereld en dus is het litertje diesel navenant; $ 2,20 (zie foto). De tankstationhouder zit met een paar gasten te praten, terwijl ie mij de camper bij de benzinepomp ziet parkeren. Hij laat mij 'm eerst voorbij lopen alvorens zichzelf kenbaar te maken als 'the tankman' en stelt mij op de terugweg van de tankshop de nogal overbodige vraag: "Fuel?" Ja, fuel ja, haha! Aangezien dit dus duidelijk geen selfservice is (waarom liep ik anders naar de shop om iemand te gaan zoeken) gooit deze heer onze tank tot overlopens toe vol. Voor $80,50 kunnen wij weer met een gerust hart verder. We gaan met deze 'tankfull' de top van wel halen.
Bij splitsing van de afslag Weipa met de Telegraph Road maken we een digitale herinnering, welke tijd ik ook gebruik om gehoor te geven aan mother nature's call. Als ik mijn blaas van zijn opdringerige vulling ontdoe, zie ik in het hoge gras op een paar meter afstand een overgroeid geel paaltje staan met de tekst dat op deze plek kabels in de grond liggen. Op veel meer plaatsen in Australië hebben we van dit soort paaltjes gezien, die verwoede gravers erop moeten attenderen dat er verbindingsmateriaal in de grond ligt. So beware! Het komische is dat ik het hier in the middle of nowhere en zowat volledig onttrokken aan het oog langs de kant van de weg zie staan. Je blijft regelmatig gniffelen in Ozzieland.
En dan .... eindelijk, the Telegraph Road. Voor ons heeft deze weg een welhaast mytische klank gekregen na alle verhalen die we erover gelezen hebben. En het lijkt alsof ie zijn ´roem´ meteen eer aan gaat doen, want slechts een paar km na de afslag naar Weipa gaan we op de rem voor een wel erg wijde wateroversteek, waarvan absoluut onduidelijk is hoe diep die is. What to do? Dit wordt onze eerste echte vuurdoop of .... terug naar Cooktown. Er volgt enig overleg in de toch al redelijk warme cabine. Tja, we hebben niet voor niets een 4WD, maar ... staat ie hoog genoeg op zijn wielen om'm hier doorheen te trekken? Daar komen we maar op 1 manier achter; meten. We hadden al een stok ('dieptemeter') in de auto gelegd voor situaties als deze. Théke trekt de stoute schoenen aan (teva's!) en gaat gewapend met stok (zie foto!) het peil checken. Dit blijkt een paar cm OTK * te zijn. (*onder Théke's knie). Uuuh.... is best wel diep vur oons Apollokkuh. We zijn er samen nog niet uit. Ik heb zoiets van... "Jaja, ik ga nu niet meer terugrijden en ik heb die 4WD bak nie vur niks". Thé zegt dat ze geen zin heeft om hier in het midden van de wateroversteek te stranden. Voor ons verschijnt vanuit de verte een gigantisch gevaarte. Het blijkt een truck van wegwerkers te zijn. Wegwerkers (roadworkers) zien we trouwens redelijk vaak op deze (gravel)track. De weg naar het noorden is, zoals gezegd, pas sinds kort weer open en er moet veel aan gerenoveerd worden na de regentijd. Als de truck aan de andere kant van de plas staat, zet ik onze camper in zijn achteruit om plaats te maken voor deze grote bak. Heel rustig manoeuvreert de chauffeur zijn roadtrain (zie foto) door het water. Eenmaal aan onze kant vraag ik 'm of het voor ons bakkie gewaagd is om er doorheen te rijden. Moet kunnen, volgens hem, maar "I don't have to, if I don't want to", want er loopt een bypass weggetje rechts om de plas heen. Ha, die hebben we dus allebei gemist. Maar nadat we gezien hebben hoe deze truck de hindernis nam én omdat we weten dat er roadworkers in de buurt (paar km) zijn die ons evt. uit de ellende kunnen trekken, steken we de plas toch over. Thé en ik zijn voor de vakantie overeengekomen dat we iets niet doen als we het er niet beiden over eens zijn. We besluiten er toch doorheen te gaan ...en ik voel nu eigenlijk pas voor de eerste keer hoe Apollootje zijn 4WD power echt moet gebruiken om de weerstand van het water en de zachte ondergrond te overwinnen. Omdat je achter het stuur letterlijk voelt wat je bakkie doet, is het voor mij als chauffeur wat rustiger - nou ja, wat zekerder - rijden dan voor Théke. Die voelt als bijrijder feitelijk vooral de haperingen of het wegglijden van de banden en dat... voelt wat onzekerder. De spanning van de oversteek is bij haar dan ook wat hoger dan bij mij, en dat zal zo de rest van de reis ook blijven.
Moreton Telegraph station rijden we voorbij en we bedenken dat dat misschien een mooie plek is om op de terugweg aan te doen (wat we ook doen!). Overigens hebben we besloten in een zo kort mogelijke tijd naar de tip = Cape York te rijden en op de terugweg (dezelfde weg) evt. de dingen te doen die we willen doen. Daarmee krijgen we een inschatting van de benodigde tijd en dus ook van de tijd die we op de terugweg aan iets kunnen spenderen.
We arriveren bij Bramwell Junction. Dat is het punt van de splitsing van the Old Telegraph Track (OTT) en de bypass hiervan (=Bamaga road). De OTT is niet begaanbaar voor de gemiddelde sterveling, waarvan we een paar dagen later op de terugweg - als we een coffeebreak houden bij datzelfde Bramwell Junction - de bewijzen op in de tafels verwerkte foto's zien. Volledig op zijn kop liggende OTT-waardig geachte - maar niet gebleken - 4WD jeeps zijn gefotografeerd en laten zien welk lot hun overmoedige chauffeurs wachtte. Bramwell Junction Roadhouse heeft naast het verstrekken van koek en zopie (and fuel of course) er een mooie taak bij als sleepdienst van gestrande thrillseekers.
De bypasses van de OTT zijn goeie gravelwegen; wel lang en vermoeiend. De eerste loopt rechtsom (oftewel oostelijk) en het tweede stuk loopt linksom (oftewel westelijk) van de OTT. Tussen de eerste en tweede bypass zit nog wel een stukje van 9 km OTT dat nog wel te rijden is. Aan het begin van de 2e bypass zijn mijn oogjes het wel aardig zat en zit ik er redelijk doorheen. Ik heb dan ook al uuuuuren achter elkaar gereden en het felle licht is echt een aanslag op je visuele uithoudingsvermogen. Als we stoppen zien we echter dat 3 km voorbij de bypass op de OTT de Fruit Bat Falls zijn. Dat klinkt erg aanlokkelijk als pauzeplaats, maar daarvoor moeten we dan nog wel een stukje echte 4WD track trotseren. Halverwege - je waant je echt wederom in the middle of nowhere - komt een jeep ons tegemoet. Verrekte lastig op een pad met de breedte van je eigen kar. Gelukkig krijgen de boys in de jeep het voor elkaar achteruit te rijden en 'm met zijn kont iets in het groen te parkeren, zodat ik er voorbij kan. In het passeren roepen wij netjes 'thanks' wat begroet wordt met 'have a nice swim'. Wij denken nog allebei 'nao, we zijn niet zo van die zwemmers', maar eenmaal ter plekke is het weer zo'n 'paradise spot', verborgen in de binnenlanden van de Peninsula. Een ander stel ligt reeds in de tropische stroom van een rivierbrede, maar slechts een meter hoge waterval (zie foto's). Ik ben kapot van de rit tot dusver en kan wel wat verkoeling en 'recharging' gebruiken. En dus ga ik het krokodilvrije water in (waar we achteraf pas achter komen, als we dit meer dan een week later in ons boek over de Peninsula lezen). Het feit dat anderen blijkbaar ook met een gerust hart het water ingaan, maakt dat je het water veilig waant. Thé is niet van de 'zwemmerige' en dus blijft zij aan de kant, terwijl ik me door de waterval laat masseren. Omdat de waterval zo laag en de rivier zo ondiep is, kan ik op mijn rug 'op' de waterval gaan liggen. Een erg aparte gewaarwording; heerlijk! Na een tijdje ben ik genoeg opgekalefaterd en heeft Thé als fotografe de hitte van de tropische zon weer voldoende doorstaan om verder te trekken. We komen er plotseling achter dat we nu moeten gaan haasten, want het is al over vieren en we moeten de Jardine River Ferry voor 5 uur zien te halen. We hebben geen zin om daar een nachtje te staan koekeloeren. Dat is zeker niet de planning en dus moet er voor deze 80 km nog effe het gas op. Dat valt op dat eerste stukje van 3 km terug naar de OTT-bypass uiteraard niet mee. De 2e bypass road (noordwestelijke deel, weet je nog) is een goed te rijden gravel traject. Met een op stukken iets onverantwoorde snelheid racen we tegen de klok. Om 2 minuten voor vijf komen we bij de river crossing aan. Phoe, gehaald! Zegt de Aboriginal ferryman, whom I'm paying the not less than $88 !!!!!! to cross the river, dat ie toch had moeten wachten op een truck die een gestrande auto uit de problemen aan het trekken is. Shit, als we dat geweten hadden........ Maar goed, nu kunnen we relaxt doorrijden en we gaan over Bamaga naar Punsand Bay Campground. De laatste 9 km naar deze camping - nog net niet helemaal de noordelijkste TIP van de Peninsula - is weer een echte 4WD track. In de schemering van de late en reeds ondergaande middagzon butsen en klutsen we de camping op, waar we na inchecken in het donker onze plek 'the turtle' weten te vinden. We zijn in dit verre voorseizoen, zoals te verwachten, slechts twee van de erg weinige gasten op deze camping. Desalniettemin verhuizen we morgen naar het plekje waar de enige 'buren' nu nog staan.
vrijdag 11 mei
Na de inspannende ritten van de afgelopen 2 dagen maken we er vandaag een relax- en uitrustdagje van. We vinden de kampplaats van de vertrekkende buren beter dan de onze en dus vraag ik bij het verlengen van ons verblijf aan de 'camplady' of het oké is dat we verkassen naar 'the crocodile spot' (zo heet dat plekkie nu eenmaal). Alrighty, no problem. We doen de was, cleanen de auto een beetje, maken een korte strandwandeling met tropisch uitzicht op de Torres Strait Islands en passeren een mooi stuk moerassig wetland. Hoewel uitgestorven, zien we toch een paar woningen met een hoop materiaal langs het strand. Blijkbaar is er in andere tijden toch activiteit, want er staan zelfs een fysiotherapietafel en een complete stereoinstallatie in de niet afgesloten ruimten van het pand. Misschien dat er hier in het seizoen, als volgens de camplady iedereen op de camping zowat 'shoulder to shoulder' staat, gebruik van gemaakt wordt. We lopen over een stukje rotsachtige kustlijn terug, die dichter bij onze camping weer overgaat in zandstrand. Als we terugkomen zien we de mannen, die we rond de middag zagen vertrekken voor een kitesurfing experience, weer terug. We begrijpen van hen dat ze verkennerwerk aan het doen zijn voor een hele groep, die in juli een 3-daagse oversteek naar Papua (200 km) wil maken; kitesurfing wel te verstaan! Is dè niks?! Voorafgaand fietsen ze dan de hele Peninsula over, van Cairns tot aan Punsand Bay (1000 km). En achteraf lopen ze dan nog 100 km door Papua New Guinea. Laten we zeggen, best een sportief zooitje. Vandaag surfen ze onder begeleiding van een motorboot een kleine 20 km. Zware arbeid als je't mij vraagt. Bij navraag beamen ze dat het een zware exercisie was, maar ze zien er allebei 'Ozzie muscled' uit, ... je kent het wel, van die beachboys, ... en dus moet het vandaag voor hen eigenlijk een eitje geweest zijn, willen ze hun juli-plannen waar gaan maken.
Bij onze nieuwe camping'stek' hebben we een handige overkapping. Dat komt goed uit, want af en toe begint het te regenen. Ik parkeer de camper er zijdelings naast, zodanig dat onze luifel er precies onder past en we, bij het koken op ons uitklapbare kookblad, het netjes droog kunnen houden. Ondanks dat het soms een beetje regent, is het sprokkelhout dat ik verzamel voor het kampvuur droog genoeg. Binnen de kortste keren hebben we een lekker vuurtje en slechts 10 meter van ons vandaag liggen wat grotere boomstronken die we volgens de camplady rustig mogen gebruiken. Het is rond een uurtje of zeven al donker en we genieten de hele avond van een afwisselende sterrenhemel (want soms toch wat bewolkt), een wijntje, een biertje, een nootje, de wind en de kabbelende zee. Kortom, wederom een 'Pall Mall reclame-achtige setting'.
's Nachts doet de regen het nog nasmeulende kampvuur uitgaan.

O ja luitjes, oorspronkelijk zouden wij 1 juni terugkomen, maar vanwege verandering van vluchtschema wordt dat zaterdag 2 juni. Wel balen Helmyooo, want we hadden eigenlijk gepland naar jouw big celebration te komen! Offe .... stel je'm nu toch uit??? ;-) Anyway, alvast veul plezier en proficiat!!!

  • 21 Mei 2012 - 08:41

    Bart:

    Leuk om stukjes te lezen!

  • 21 Mei 2012 - 09:38

    Ary En Lia:

    We hebben eerst de plaatjes bekeken en die zijn moooooi
    Nog heel veel plezier maar dat gaat vast wel lukken
    groetjes
    Ary en Lia


  • 21 Mei 2012 - 18:09

    Nicolette:

    Wat een geweldige reis. Weer helemaal als vanouds. Nog veel plezier op het laatste stukje en tot ziens.

  • 21 Mei 2012 - 18:15

    Karin:

    Het duurde even maar het was weer de moeite waard.. ;))
    Jij bent niet echt een matroosje he Tinus, maar het rijden in de bush gaat je goed af. Die 'hellingproef', bloedstollend !!! Als ik Thee was had ik allang naast die kar gestaan !
    Enjoy your last week and have a safe flight back home !!!! XX

  • 21 Mei 2012 - 18:36

    Anneke L:

    Weer een geweldig verslag, krijg het gevoel of ik achter jullie aan mee mag liften.

    Geniet van de laatste week, wat is het snel voorbij he?

    groeten
    Anneke

  • 22 Mei 2012 - 13:27

    Conny:

    Ik heb eerst de reacties gelezen; das sneller:-)

    nu in mootjes aan je verslag beginnen.

    Alzovast: welkom thuis!

  • 28 Mei 2012 - 09:51

    Frank Smulders:

    Schitterende reis, alleen die 88 aus $ voor die oversteek, hebben jullie niet overwogen om een vlot te bouwen? Veel fun .Gr Frank

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

10us

Me

Actief sinds 15 Maart 2012
Verslag gelezen: 1146
Totaal aantal bezoekers 83405

Voorgaande reizen:

08 Januari 2015 - 13 Juli 2015

Werken / leven op Bonaire

27 Maart 2012 - 01 Juni 2012

Down Under for a while

Landen bezocht: